Zikken

‘Ich vin m’n sletels nie! Help mich es zikke!’ (Ik vind mijn sleutels niet! Help mij eens zoeken!)

Zikke’ is (o.m.) Peerder dialect voor “zoeken” zoals in de voorbeeldzin hierboven. Je vindt iets niet meteen en je moet dus zoeken … ‘Zik’ kan de gebiedende wijs van het werkwoord ‘zikken’ zijn en dan betekent het “zoek”. Het kan ook een bijvoeglijk naamwoord zijn en dan betekent het ‘ziek’, bv.: ‘Ich bin zoe zik as ‘nen ho.nd … zikt o.ch mèr iemed aners om mee te kaarte!’ (Ik ben zo ziek als een hond … zoek je maar iemand anders om mee te kaarten!)

In de zin ‘Wa koomde gèè hei zikke?’ (Wat kom jij hier zoeken?) vraag je niet echt wat de betrokken persoon komt “zoeken”, maar geef je eigenlijk de boodschap dat hij daar niet op zijn plaats is, dat hij daar eigenlijk niet gewenst is. ‘Wa koomde gèè hei doen?’ is meer van Peer! ‘Wa zikde gè hei te doen?’ (Wat kom je hier doen?) … kennen wij dat zo in het Peerder dialect? Ik vermoed het wel, maar ik ben er niet zeker van. Als jij het weet, laat het ons dan ook weten, ok!

Er zijn nogal wat samenstellingen met het werkwoord “zoeken” en in ons dialect komen die niet altijd in betekenis overeen met het AN. Weet jij nog wat ‘aanzikke’ betekent, zoals in: ‘Ge moet ‘em dè nie mieë aanzikke, hèè is deu te aad veer gewore en hèè kan dè nie mieë aan!’ (Je moet hem dat niet meer vragen, hij is daar te oud voor geworden en hij kan dat niet meer aan). ‘Aanzikke’ is verwant met “aanzoek” en betekent “vragen om iets te doen”. “Aanzoeken” is AN zoals in de zin: “Men heeft hem aangezocht om premier te worden!”. In de context van hierboven heeft ‘aanzikke’ de bijbetekenis van “iemand met iets lastigvallen”. Iemand een “aanzoek doen” betekent overigens meestal een “huwelijksaanzoek” doen.

We kennen ook het werkwoord ‘verzikke’ … in de betekenis van “uitnodigen, verzoeken” bv. uitnodigen op de kermis. Kennen wij ‘verzikke’ ook in de betekenis van “verzieken”? ‘Ge moet de boel hei nie komen verzikke, hè! Blijft dan mèr bij o.ch!’ (Je moet de boel hier niet komen verzieken, hè! Blijf dan maar bij je thuis!)

Ook ‘autzikke’ kennen we en daar kan je (ook) twee kanten mee op. Je kan ‘autzikke’ (uitzoeken) gebruiken zoals in ‘Zikt het o.ch zelf mèr aut, ich stop ermee!’ (Zoek het zelf maar uit, ik stop ermee) en dan bedoel je dat ze het maar zelf moeten oplossen. Je kan ‘autzikke’ ook in een heel andere context tegenkomen, zoals in ‘Een grip ko.nde nie dwinge … autzikke, dè’s ’t ieënige wa ge ko.nt!’ (Een griep kun je niet dwingen … uitzieken, dat is het enige wat je kunt’). Mijn grootvader sprak over ‘autziksels’ (uitvluchten) als iemand excuses had om bv. niet te moeten werken. ‘Allemeul autziksels’ zei hij dan en hij gebruikte die bewoordingen ook wanneer iemand met iets bijzonders, fantastisch voor de dag kwam. Bij de maanlanding in 1969 sprak hij over ‘allemeul autziksels’ om aan te geven dat het allemaal verzonnen was, ‘allemeul gemaakde mennekes’.

‘Bezikke’ kennen we ook, zoals in: ‘Ich geun mèrrege neu ’t hospitaal om eus ma te bezikke!’ (Ik ga morgen naar het ziekenhuis om ons ma te bezoeken.) En wat denk je van deze zin, aangereikt door een creatieve medewerker: ‘Help mich m’n klak es zikke, ich moet seffes op zikkebezik!’

Als in het AN iets “zoek” is, dan zijn wij het in het Peerder gewoon ‘kwijt’, want “zoek” in de betekenis van “verloren of kwijt” kennen wij volgens mij in het Peerder niet. En heb jij vroeger als kind ook zo dikwijls ‘zikkerke’ (zoekertje) gespeeld, soms beter gekend als ‘verstèkerke’ of ‘verstèke lets’?

Meer info zikken’:

https://www.ensie.nl/betekenis/aanzoeken
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ontronding

Eerste publicatie in Blikveld nr. 8 van 24 februari 2023.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *