Potteren en potkèèren

‘Wa zijde nau wieër aan ’t pottere? Pas mèr op da ge o.ch nie te vaul maakt!’ (Wat ben je nu weer aan het aanrommelen. Let maar op dat je je niet te vuil maakt!)

Pottere’ is een (o.m.) Peerder dialectwoord met een heel gamma aan betekenissen en geen echte AN-tegenhanger. Het is niet echt klussen of knutselen en ook niet echt onhandig bezig zijn of klunzen. ‘Iemet dèè aan het pottere’ is, is bezig, maar het is niet echt duidelijk waarmee hij bezig is: hij rommelt (maar) wat aan… Als je iemand een ‘potterèèr’ noemt, is dat evenwel geen compliment, want dan vinden ze je eerder een klooier en prutser dan een vakman.

Een belangrijk aspect van ‘pottere’ is dat een ‘potterèèr’ dikwijls ouderwets en gebrekkig materiaal, oude methodes en achterhaalde technieken gebruikt om te werken. Een kenner legde het zo uit: ‘Met immers water drage neu de bieëste inne plak van waterleiding te legge, dè is ooch pottere! (Met emmers water dragen naar het vee in plaats van waterleiding te leggen, dat is ook potteren!) Een synoniem zou ‘klosser’ kunnen zijn, maar ‘klosser’ kan heel negatief zijn, terwijl ‘potterèèr’ eerder mild is. ‘Klosse’ is “onaf, onvakkundig werk afleveren”.

In het schitterende Groot Woordenboek van het dialect van Meeuwen lees je, weliswaar in het Meeuwers natuurlijk, dat ‘Aa minse altijd iets te pottere moete hemme!’ (Oude mensen moeten altijd iets omhanden hebben!)

Even terloops: ‘Pottere’ zou komen van het Engelse werkwoord “to potter”, dat “potten bakken” betekent, maar ook lanterfanten, kuieren, slap werken …

En ‘potkèère’ dan? Is dat een Peerder synoniem van ‘pottere? Niet iedereen blijkt ‘potkèère’ of ‘potkeire’ (nog) te kennen en wie het kent en gebruikt stelt dat ‘potkèère’ een graad “erger” is dan ‘pottere’. “Aanmodderen, rommelen” lezen we in het Vlaams woordenboek en “ordeloos werken” vinden we in het Diepenbeeks dialectwoordenboek. Een ervaren Peerder bron geeft aan dat iemand die ‘potkèèrt’ iemand is die het bijzonder bont maakt en zich niets aantrekt van de regels. Het gaat om iemand die zonder echte structuur tewerk gaat en in totale chaos leeft. ‘Potkèère’ is dus meer dan de overtreffende trap van ‘pottere’.

‘Leut mich dan nog mè wa pottere, ich doen niemed gieë keud!’ (Laat mij dan nog maar wat potteren, ik doe niemand kwaad!)

Meer ‘potteren’ en ‘potkèèren’:

https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/potkeiren https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/diepenbeeks
https://etymologiebank.nl/trefwoord/potteren 

Eerste publicatie in Blikveld nr. 5 van 3 februari 2023.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *