Kwansies

‘Hèè dee kwansies of ‘r pijn haa … mè hè haa zjust nèks, de komediant!’ (Hij deed alsof hij pijn had, maar hij had juist niets, de komediant!) Alweer een heel oud en nog zelden gebruikt woord in (o.m.) het Peerder dialect: ‘kwansies’ met een lange /ie/ in de uitspraak en de klemtoon op de …

Kruiwagen

‘Ene goeie krauwagen is altijd hènnig, nie?’ (Een goede kruiwagen is altijd handig, niet?) Iedereen die een tuin onderhoudt, weet hoe handig een kruiwagen kan zijn. Je kan er zware lasten mee vervoeren zonder je te forceren. In de dialecten in Groot-Peer hebben wij er verscheidene termen voor: ‘krauwage’, ‘kraue’, ‘kroewe’, ‘krauge’, ‘krukkar’ en misschien …

Krottentrekker

‘Ge moet nie gelieëve wat dat dèè mins allemeul zeet … ’t is ‘nen echte krottentrèkker!’ (Je moet niet geloven wat die man allemaal zegt … het is een echte lijntrekker!) Het is niet eenvoudig om een gepast AN-woord te vinden voor het (o.m.) Peerder dialectwoord ‘krottentrèkker’ of ‘karottentrèkker’. Je hoort ook wel ‘karottier’ (op …

Knijns

‘Die vliegers, deu wèèr ich knijns van … zoe e lewèèt, mijn oeëre doen er pijn van!’ (Die vliegtuigen, daar word ik gek van … zo een lawaai, mijn oren doen er pijn van!) We stonden gezapig op straat te kletsen: de vrouw die hier nogal eens voorbijwandelt of liever snelwandelt, haar man en ik. …

Klomp en klot

‘Goeit mèr ‘ne klamp heut in ’t vieër, doet mich mèr twieë klèttekes so.kker in me’ne koffie en haut mèr ‘n goei klo.nt boter inne pan, … dan kan ich beginne te bakke!’ (Gooi maar een blok hout op het vuur, doe mij maar twee klontjes suiker in mijn koffie en doe maar een grote …

Keud

‘Ge moogt nie keud op ‘m zijn: hèè zit in e hieël keud vel!’ (Je mag niet boos op hem zijn, hij is er niet goed aan toe!) De bekendste betekenis van ‘keud’ in (o.m.) het Peerder dialect is die van het AN “kwaad, boos”, zoals het eerste ‘keud’ in de voorbeeldzin. Als iemand ‘keud’ …

Kèèr

‘Hèè haa wieër veel te hel gereeje met z’n sportkèèr en kiek nau mèr es: hèè zit in e kèèrke!’ (Hij had weer veel te snel gereden met zijn sportauto en kijk nu maar eens, hij zit in een rolstoel!) ‘Een kèèr’ (een kar, met de /èè/ ongeveer zoals in het tweede deel van /Alain/) …

Kamelot

‘Ziet da ge goei waar koeëpt, hè, want al dèè kamelot, deu zijn ve nèks mee!’ (Zie dat je goede waren koop, he, want met die rommel zijn we niets!) Wanneer we (o.m.) in het Peerder dialect iets ‘kamelot’ vinden, dan bedoelen we dat het van slechte en zelfs erbarmelijke kwaliteit is … rommel, prul, …

Ichteren

‘Vrigger ginge de minse dèk ichtere bij de geboeër … gezellig … én ooch goed veer de jo.ng kèrels … veer e lief te zikke!’ (Vroeger gingen de mensen dikwijls buurten en deden ze ’s middags een dutje.) ‘Ichtere’ en ook variant ‘uchtere’, betekenen “buurten, gezellig met vrienden, kennissen … samen zijn en kletsen in …