Langen en entig

‘Langt mich es entige ho.nskikskes, want ze hemme ho.nger, eus ho.nnekes!’ (Geef mij eens enkele hondenkoekjes, want ze hebben honger, onze hondjes!)

Je moet al heel wat levenservaring hebben om het werkwoord ‘langen’ nog actief in het Peerder dialect te gebruiken … maar het bestaat nog! ‘Langen’ betekent “geven, aangeven, aanreiken, toesteken”, maar ook “langer maken, langer worden” al vermoeden we dat de laatste twee betekenissen eerder terug te vinden zijn in het werkwoord ‘lengen’ zoals in ‘de daag zijn wiër aan ’t lenge’ (de dagen zijn weer langer aan ’t worden). ‘Lange’ kan ook betekenen: “toereikend, genoeg zijn” zo meldt Etymologiebank.nl nog.

Lange’ is volgens de Etymologiebank afgeleid van “lang” en de oorspronkelijke betekenis was “lang maken, zich uitstrekken”. Daarvan werd ook de betekenis “reikend aangeven” afgeleid. Merk ook op dat in de voorbeeldzin ‘lankt’ staat en niet ‘lang’. Het gaat in beide vormen om de gebiedende wijs waarbij we in het AN meestal het enkelvoud gebruiken “geef mij”, maar in het dialect gebruiken we de meervouds- of beleefdheidsvorm, dus mét t in de uitspraak. Vergelijk met “Kom eens hier!” dat in het Peerder dialect kan worden: ‘Ko.mt / ko.md es hei!’ of ‘Ko.m es hei’ of ‘Koomd / koomt ’es hei!’, telkens mét /t/ van de meervouds- en beleefdheidsvorm, ook al horen we die /t/ dikwijls als een /d/.

Ook het dialectwoord ‘entig’ hoor je niet meer elke dag en het werd ons aangereikt door een geïnteresseerde lezer. ‘Entig’ of ‘intig’ betekent “enkele, enige, ettelijke …” en ook wel “een paar, een stel, een koppel”, maar de laatste drie woorden zijn alle synoniemen van “een tweetal” en dus beperkter in betekenis dan ‘entig’. ‘Entig’ kan bijvoeglijk gebruikt worden, in combinatie met een zelfstandig naamwoord dus, zoals in: ‘Ich hem nog entige eppelkes geraapt’ (ik heb nog enkele appeltjes geraapt). Het kan ook zelfstandig gebruik worden zoals in: ‘Ich hem er nog entige geraapt’ (ik heb er nog enkele geraapt).

In het AN kennen we het onbepaald hoofdtelwoord “tig” dat sinds 1984 zelfs in de Van Dale opgenomen is. “Tig” betekent “een groot (en meestal onbekend) aantal” van iets, zoals in: “Ik heb het je “tig” keer gevraagd!” en is uit het Duits overgenomen (“zig”). Zou ‘entig’/’intig’ ook iets met de Duitse woorden “zig” (tig) of met “einig” (enkele) te maken hebben? De stap van “zig” en “einig” naar ‘entig/intig’ is natuurlijk niet groot … Het zou natuurlijk ook kunnen dat dialectische telwoorden als ‘enigte’ of ‘innigte’ (die ook “enkele” betekenen) als tussenstap gediend hebben. Als jij het weet … laat het ons dan ook weten, ok!

Meer ‘langen en entig’:

https://www.encyclo.nl/begrip/langen
https://etymologiebank.nl/trefwoord/langen1  https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/langen https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/entig https://etymologiebank.nl/trefwoord/tig1
https://taaladvies.net/tig-gevallen/ 
https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/tig#.YYj9DmDMKUk

Eerste publicatie in Blikveld nr. 3 van 21 januari 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *