Krottentrekker

‘Ge moet nie gelieëve wat dat dèè mins allemeul zeet … ’t is ‘nen echte krottentrèkker!’ (Je moet niet geloven wat die man allemaal zegt … het is een echte lijntrekker!)

Het is niet eenvoudig om een gepast AN-woord te vinden voor het (o.m.) Peerder dialectwoord ‘krottentrèkker’ of ‘karottentrèkker’. Je hoort ook wel ‘karottier’ (op zijn Frans uitgesproken /karotjee/) en het werkwoord is ‘krottentrèkke’ / ‘karottentrèkke’. “Veinzer” en “lijntrekker” zijn AN-tegenhangers, maar ook plantrekker, komediant, profiteur en zelfs leugenaar, bedrieger en oplichter kom je tegen.

Eigenlijk vinden we van al die woorden een of meer aspecten terug in ‘krottentrekker’.  Een ‘krottentrekker’ is iemand die voortdurend en allerlei uitvluchten verzint om toch maar niet te moeten werken. Soms is er een licht positieve en zelfs enigszins sympathieke nuance wanneer ‘krottentrèkker’ gebruikt wordt in de betekenis van plantrekker… en dan vooral in de context van de miliciens in het Belgische leger … vroeger, toen de legerdienst nog verplicht was. ‘Krottentrèkke’ was toen blijkbaar nogal populair bij de miliciens … om toch maar aan de militaire verplichtingen te kunnen ontsnappen.

In ’krottentrèkker’ herkennen we het woord ‘kroot’, ‘kruut’ (biet) en we vinden het verbasterde Franse woord “carotte” terug in de betekenis van “wortel”. “Tirer une carotte” betekent iemand oplichten, bedriegen. Het heeft dus niets te maken met “krot”, een bouwvallig huis, maar alles met oplichten, doen alsof, bedriegen.

http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/karottentrekker

Eerste publicatie Blikveld nr. 3 van 20 januari 2023.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *