Sibbedeejes en sibbedeeske

‘Ge moet nie te veel verwo.chten van dè jo.ng, want dè’s nen echte sibbedeejes! (Je moet niet te veel verwachten van die jongen, want hij is een echte s(n)ul!)

Als we in het (o.m.) Peerder dialect iemand een ‘sibbedeejes’ of een ‘zebedeejes’ noemen, of een ‘sibbeddeeske’ in het vrouwelijk, dan is dat niet bepaald een compliment, maar eerder een scheldwoord en ook een manier om uit te drukken dat we met die man of vrouw “te doen” hebben. We kunnen met die persoon een vorm van medelijden hebben omdat we hem/haar wat sukkelachtig, simpel, s(n)ullig, knullig of zelfs wat “achterlijk” vinden en dan is het niet meteen een scheldwoord. De oudere generatie Perenaren zal het woord op die manier gebruiken. De jongere generatie … als ze het woord al kent en gebruikt … zal het eerder als scheldwoord gebruiken om iemand als snul, sukkelaar, sul, onnozelaar, onbenullig … en alle varianten daarvan te bestempelen.

Het woord ‘sibbedeejes’ of ‘zibbedeejus’ is afgeleid van Zebedeüs (spreek uit: zeebeedeejus), een Bijbelse figuur uit het Nieuwe Testament en, naar verluidt, vader van de apostelen Jacobus en Johannes. In de vakliteratuur over dit woord is er nogal wat onduidelijkheid over de echte herkomst, maar heel belangrijk is dat niet. Interessant(er) is wel dat het woord “Zebedeüs” ook als spotnaam voor “visser” gebruikt is en in de Duitse studententaal blijkt “Zebedeus” ook synoniem te zijn voor “mannelijk lid” en dan gaat het in dit geval niet over het lid van een koor of zo … maar wel over het geslachtsorgaan!

De vrouwelijke vorm van ‘sibbedeejes’ is ‘sibbedeeske’ en betekent zoveel als “sullige, truttige vrouw”, zegt de Etymologiebank en het Vlaams Woordenboek doet er nog een schepje bovenop: “Goedgelovig iemand, kwezel, onnozele, onbenullige vrouw” … Het is hier dus vooral als scheldwoord gebruikt.

Het (scheld)woord ‘seut’ is misschien wel de moderne versie van ‘sebedeejus’ en ‘sebedeeske’. Of we ‘seut’ in het (oudere) Peerder dialect kennen, is twijfelachtig, maar de jongere Perenaar zal het wel gebruiken om iemand als “dom, sullig, trutterig, kwezelachtig” te bestempelen en het kan dan om een man of vrouw gaan, jong of oud!

Het lijkt ons een leuk en creatief idee om eens een inventaris te maken van Peerder dialectscheldwoorden voor mannen en vrouwen met hun concrete betekenis erbij. We doen hiervoor een beroep op je medewerking … Neen, je hoeft je man of vrouw niet te gaan uitschelden om te oefenen … stuur gewoon je (scheld)woorden mét betekenis en misschien wel mét een voorbeeldzin naar de redactie en als de tijd rijp is en de plaats voorhanden is, dan zullen we ons best doen om een representatieve selectie van de inzendingen te publiceren. We kijken er nu al naar uit … en alvast dank voor de medewerking!

Nog ‘sibbedeejes’:

https://www.etymologiebank.nl/trefwoord/zebedeus https://www.ensie.nl/scheldwoordenboek/zebedeus 
https://www.ensie.nl/van-dale/zebedeus
https://etymologiebank.nl/trefwoord/seut  https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/seut

Eerste publicatie in Blikveld nr. 6 van 10 februari 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *