‘Ge moogt nie keud op ‘m zijn: hèè zit in e hieël keud vel!’ (Je mag niet boos op hem zijn, hij is er niet goed aan toe!)
De bekendste betekenis van ‘keud’ in (o.m.) het Peerder dialect is die van het AN “kwaad, boos”, zoals het eerste ‘keud’ in de voorbeeldzin. Als iemand ‘keud’ is, dan is hij “slecht gehumeurd, slecht gemutst” zoals in ‘Dèè mins is keud, leut ‘m gewèère!’ Als je ‘keud’ in ons dialect vóór het zelfstandig naamwoord zet, dan spreken we over ‘ko.j’ zoals in ‘Pezop, dè’s ne ko.jën ho.nd!’ (Let op, dat is een gevaarlijke hond!) of zoals in ‘Doet oer ko.j klieër mèr aan om te wèrreke’ (Doe je werkkleren/oude(re) kleren maar aan om te werken) … In de laatste zin bijten de kleren niet, maar zijn ze “oud, gebruikt …” zoals in ‘Pak dèè ko.jë vielo mèr mee, dèè nauwen is veel te goed!’ (Neem die oude fiets maar mee, die nieuwe is veel te goed!)
In een zin als ‘Dè is keud werk!’ betekent ‘keud’ “moeilijk, zwaar, hard”. Denk aan de huwelijksbelofte ‘In goei en ko.j daag’ (in goede en kwade dagen) en vergelijk met ‘Hèè hèèget keud!’ (hij heeft het moeilijk/zwaar) en ‘Hèè hèèt e keud lève!’ (Hij heeft een moeilijk/zwaar leven)(1). Wanneer iemand niet helemaal gezond is, zeggen wij ‘Hèè zit in e keud vel!’ (Hij zit in geen goed vel). Wanneer iemand ‘de ko.jën door is’ of als ‘het keudste door is’ wil dat zeggen dat hij het moeilijkste en ergste achter de rug heeft. Wanneer iemand in het Peerder ‘het keud krijgt’ krijgt hij het zwaar en moeilijk, maar als hij ‘het te keud krijgt’ dan wordt hij “emotioneel” of kan hij het niet meer aan. ‘Dè is deu ene ko.jën aan’ betekent dat hij het er moeilijk mee heeft en snel in de verleiding komt om iets te doen, en ‘ene ko.jë weeg’ is een slechte weg én het kan ook een moeilijke weg zijn.
In het Peerder dialect zijn ‘kalle’ en ‘zegge’ (ongeveer) synoniem, maar in combinatie met ‘keud’ moet je opletten! ‘Het is keud zegge wienieë ze deumee gedeun hemme!’ betekent dat het moeilijk te voorzien is wanneer ze gedaan hebben. ‘Keud zegge’ betekent dus ‘moeilijk te voorspellen’. ‘Keud kalle’ betekent echter helemaal iets anders, nl. “roddelen” zoals in: ‘Ge moogt gieë keud kalle van aner minse!’ (Je mag niet roddelen over anderen!)
‘Keud’ kan ook “het kwade” betekenen, zoals in ‘Ich wins ‘m gieë keud tau!’ (Ik wens hem geen kwaad toe) en ‘Ich kan deu gieë keud van zegge, gien ieë keud woord!’ (Ik kan daar niets slechts/kwaads over zeggen, geen enkel slecht woord). ‘Het kan gieë keud’ betekent dat je geen gevaar loopt en als je een wonde hebt en je wil weten of het een erge wonde is, dan kan je in het Peerder vragen: ‘Zit ‘r keud inne wo.n?’ (Is de wonde gevaarlijk?) Van iemand die door en door goed is, zeggen we ‘Deu zit gie keud in!’ (Daar zit geen kwaad in!) en wanneer iemand iets goeds presteert kan je zeggen ‘Dè is nog niet zo keud (gedeun)!’ (Dat is nog niet zo slecht (gedaan)!) Als je van iemand zegt dat ‘Hèè gieë keud kan doen’, dan bedoel je dat je alles prima vindt wat die persoon doet.
En weet je wat buitenstaanders “van die van Peer” zeggen? ‘Die van Peer zegge ‘jeu’, mè ze ko.nne ’t nie schrijve … en as ge t’er iets van zegt, dan zijn ze keud!’ (Die van Peer zeggen ‘jeu’, maar ze kunnen het niet schrijven … en als je er iets van zegt, dan zijn ze kwaad!)En wij denken dan: ’Jeu, jeu, leut ze mèr zegge, ’t kan toch giene keud, hè!’ (Ja, ja, laat ze maar zeggen, het kan toch geen kwaad!)
Meer ‘keuds’:
https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/vel-in-geen-goed~zitten
https://etymologiebank.nl/trefwoord/kwaad
- Kijk en luister heel zeker ook eens naar “Ik heb een heel zwaar leven” van cabaretière Brigitte Kaandorp via deze link: https://www.youtube.com/watch?v=BFugEoNNUFc
Eerste publicatie in Blikveld nr. 4 van 27 januair 2023.
Louis Dingenen