Sjemiek

Goeit dèè sjemiek mèr nie te din, ’t is hei magere gro.nd, hè!’ (Gooi die kunstmeststof maar niet te dun, het is hier magere grond, hè!)

Wie kent de tijd nog dat de kleine boeren hun eigen beerput ledigden of lieten leegtrekken en de inhoud ervan op het veld verspreidden om de grond te bemesten? Vanaf de jaren 1950 werd die gewoonte stelselmatig afgebouwd omdat de kunstmeststof zijn intrede deed en de chemisch aangemaakte meststof grotendeels de aalt en het dierlijk mest verving. ‘Sjemiek’ of ‘sjimiek’ noemden de boeren in het o.m. Peerder dialect het goedje dat je in korrelvorm in zakken of in bulk kon kopen en dat je met de hand of met de zaaimachine kon ‘zèèn’ (zaaien).

“Engrais chimique” heette dat in het Frans, vandaar de verbastering naar ‘sjemiek’ of ‘sjimiek’. ‘Sjemiek’ bestond (en bestaat) in allerlei vormen en samenstellingen en voor elke teelt is er wel een specifiek product op de markt. De term ‘sjemiek’ heeft een negatieve bijklank gekregen in de loop van de jaren. De ontploffing met 189 doden in 1942 in de scheikundige fabriek “Tessenderlo chemie” heeft daar zeker een rol in gespeeld, ook al omdat die fabriek nadien negatief in het nieuws kwam als vervuiler van allerlei waterlopen in de buurt. Vandaag de dag is het overigens een beursgenoteerd bedrijf.

De chemische meststof staat tegenover de organische meststof zoals die vroeger gebruikt werd … en vandaag de dag weer ingang vindt, zeker in de bio-teelt. De grote boeren zijn de mestputten blijven gebruiken als bron voor hun bemesting omdat de veeteelt nu eenmaal veel mest produceert. Die organische bemesting werd aangevuld met kunstmestbemesting. Er ontstond een echte handel in mestverwerking, er bestaat zelfs een Vlaamse mestbank om de mestverwerking te reguleren, en wie de actualiteit volgt, heeft zeker gehoord van de fraude in die mesthandel … en van de problemen rond het “stikstofakkoord”. Klik op de link naar de Standaard hieronder om een zicht te krijgen op die toestand. De biologische landbouw maakt geen gebruik van ‘sjemiek’, maar maakt de grond vruchtbaarder met compost, dierlijk mest of groenbemesting.

Kunstmest is eigenlijk al bekend van op het einde 19de eeuw en het was de Duitser Justus von Liebig (1803-1873) die als eerste kunstmest ontwikkelde en gebruikte, zo lees je in Wikipedia. Daarin lees je overigens ook dat Von Liebig later ook het gevaar van kunstmest voor een gezond bodemleven inzag en dat hij zelf nog als het ware ten strijde trok tegen overmatig gebruik van de kunstmest die hij zelf uitgevonden had. Klik zeker eens op de link “geschiedenis van kunstmest” om een kort overzicht te krijgen van hoe de kunstmest (in Nederland) zijn intrede deed.

Oh ja, een leuk detail: op onze zoektocht naar informatie over de ‘sjemiek’ of ‘chimik/chimique’ kwamen we broodjesbar “Chemique” in Eeklo tegen … Smakelijk en … excuses voor het geval we soms misschien wat te kort door de (wetenschappelijke) bocht gegaan zijn in onze uitleg over de ‘sjemiek’! Hopelijk biedt dit stukje ook wat (mest)stof tot nadenken!

Meer ‘sjemiek’:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Kunstmest https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/chemique https://www.standaard.be/cnt/dmf20211117_94268404   
https://historiek.net/geschiedenis-van-kunstmest-van-vogelpoep-tot-ammoniaksynthese/134851/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tessenderlo_Chemie

Eerste publicatie in Blikveld nr. 27 van 8 juli 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *