‘Goeit mèr ‘ne klamp heut in ’t vieër, doet mich mèr twieë klèttekes so.kker in me’ne koffie en haut mèr ‘n goei klo.nt boter inne pan, … dan kan ich beginne te bakke!’ (Gooi maar een blok hout op het vuur, doe mij maar twee klontjes suiker in mijn koffie en doe maar een grote klont boter in de pan, dan kan ik beginnen te bakken!)
Zelden zie je nog iemand ‘klo.mpe’ dragen … tenzij in het openluchtmuseum van Bokrijk of in een klompenmuseum. ‘Klo.mpe’ is AN én (o.m.) ook Peerder dialect voor houten schoenen die uit jong en zacht wilgen- of populierenhout gesneden worden. Je hebt ze in alle maten en vormen … Nederland is hét klompenland bij uitstek, maar wist je dat er vanuit België heel veel klompen naar Nederland geëxporteerd werden? In het klompenmuseum van Laakdal kun je zien hoe de eens geroemde ‘kloefkappers’ (klompenmakers) in de Antwerpse Kempen hun producten maakten. ‘Kloefkapper’ was vroeger een dialectwoord voor een gerespecteerd beroep, vandaag is het een scheldwoord.
“Klomp” betekende vroeger ook een “blok hout waarin de voeten van een misdadiger (in)gesloten werden” (denk hierbij aan de uitdrukking: “een blok aan het been”) en nadien is de betekenis geëvolueerd naar “blok hout” … waaruit houten schoenen gesneden werden. Het verkleinwoord van ‘klo.mp’ is in het Peerder ‘klimpke’ (klompje). ‘Klo.mp’ betekent in het Peerder dialect ook “blok hout”, maar zo’n blok hout voor bv. de kachel is toch bekender als ‘klamp’, met als verkleinwoord ‘klempke’, een blokje hout. Een “klamp” in het AN is overigens een “verbindingsijzer om bv. houten balken bijeen te houden”, zo blijkt.
‘Klo.mp’ kennen we in Peer ook in de betekenis van “kluit”, zoals in ‘Goeit er mèr ‘ne klo.mp èèrd op!’ (Gooi er maar een kluit aarde op!). Een synoniem is ‘klo.nt’, zoals in ‘e klo.nt(eke)/ e klètte boter’ maar met dit onderscheid dat ‘klont’ een kleinere massa inhoudt. En als we het hebben over een ‘klo.nter’, dan is de massa nog kleiner, zoals in ‘de klo.nterkes inne mèlk’ of de ‘mèlk die klo.ntert’ als ze zuur en slecht wordt! Speciaal is het Peerder verkleinwoord voor “klontje”, nl. ‘klètteke’ of ‘e klètte’ zoals in ‘e klètteke so.kker’ en ‘e klètteke boter’. Een ‘bloedklo.nter inne hersene’ kan de oorzaak zijn van ‘e beslaag’ (beroerte) zoals ze hier zeggen.
Wij kennen ook ‘klot’, zoals in ‘’ne klot zieëp’ , een stofnaam om een “samenhangende massa van een bepaalde substantie” aan te duiden. ‘Ene klot zieëp’ is een stuk zeep, ‘e klètteke zieëp’ is een klein zeepje of een stukje zeep. ‘Klot’ kan ook synoniem zijn van ‘klo.mp’ en ‘klo.nt’, bv. een ‘klot èèrd’. Het meervoud van ‘klot’ is ‘klèt’ zoals in ‘gèèf mich mèr twieë klèt zieëp mee’.
Een samenstelling met klomp is “klompvoet” waarmee een misvormde voet aangeduid wordt. Vroeger gebruikte men ook wel “horrelvoet”, maar die term wordt sociaal niet meer aanvaard.
Mocht je ooit heel veel tijd hebben om naar een schitterende film te kijken, dan is de Italiaanse film “De klompenboom” uit 1978 (186 minuten) een aanrader!
En tot slot: je kent natuurlijk de uitdrukking in het Peerder: ‘van z’ne klot valle / geun’ (flauwvallen). Het is niet duidelijk waar die ‘klot’ vandaan komt, maar het zou kunnen dat die ‘klot’ hier een blok hout is, waarop men bv. stond om iets te doen. Weet jij wat die ‘klot’ hier betekent en/of waar die vandaan komt, laat het ons ook dan ook weten, a.u.b. !
Meer ‘klomp en klot’:
https://www.klompenmuseum.be/openingsuren.html
https://www.klompenmakerij.be/
https://klompenmuseum.nl/Lesbrief
https://etymologiebank.nl/trefwoord/klamp
https://etymologiebank.nl/trefwoord/klont
Eerste publicatie in Blikveld nr. 18 van 5 mei 2023.
Louis Dingenen
Reactie en aanvulling bij ‘Klomp en klot’
Met dank volledig overgenomen als dialectbijdrage(n) in Blikveld nr. 19 van 12 mei 2023.
Klompen
Ooit klompen gedragen? Neen? Ik wel! Mijn eerste gekleurde klompjes kreeg ik van sinterklaas op 6 december 1940, samen met een sjaal, wat kastanjes, een poppernel en een paar karamellen. Die klompjes waren prachtig gekleurd: geel met rode strepen. Mijn pa klopte er meteen riempjes op met scherpe asgrauwe klompennageltjes.
Later deed ik dat zelf, want op onze school bestond de gewoonte, dat de sterkste leerlingen de klompennageltjes aan de buitenzijde scheef in de riem en de klomp sloegen om zich doelmatiger te kunnen verdedigen bij vechtpartijen. Een veel gebruikte zin op de speelplaats was: “Klop ‘em met eine klomp op siene soets ( =kop, hoofd)”. De slimste jongens wisten, dat scheef ingeklopte klompennageltjes tijdens vechtpartijen bij de tegenstrever schrammen en bloed en dus ook schrik konden veroorzaken.
Klompen dragen deed soms pijn aan de wreef, maar het ergste wat een klompendrager kon overkomen was het zogenaamde “haarenkelen”. Bij het gaan of lopen kwamen dan de slecht ingeklopte klompennageltjes tegen de enkel van het andere been. Dit kon zo pijn doen, dat je de controle over je blaas verloor. Een ontsnapt druppeltje wriemelde zich in ijltempo door de urineleiding tot op een paar centimeter voor de uitgang. Het naaldachtig steken van dat druppeltje veroorzaakte een helse pijn.
Verder waren er geen slechte kanten aan het klompen dragen. Je kon er zelfs verslaafd aan raken zoals onze wiskundeleraar op het Salvatorcollege in Hamont. Als pater had hij zowat de hele wereld afgezworen behalve zijn klompen. Als leerling hadden we dat snel door. Soms maakte hij een wandeling in de kloostertuin op zijn klompen. ’s Zondags zagen we pater Xaverius (later pastoor in Erpekom) per fiets vertrekken naar zijn ouders in Kaulille met zijn klompen in een valiesje achter op zijn fiets. Onze studiezaal lag onder zijn kloosterkamer en door de houten zoldering hoorden wij, dat hij zelfs op zijn kamer klompen droeg.
Onze priester-leraars stonden toen elk uur van de dag klaar om ons bij elk probleem “geestelijke“ leiding te geven. Wij zochten daarom allemaal naar een wiskundig, religieus of seksueel probleem om dat beurtelings in alfabetische volgorde aan onze brave pater-leraar voor te leggen. Maurice Bangels trok als eerste naar boven. In de studiezaal hielden wij het muisstil, want we moesten horen hoe Maurice op de deur van de pater zijn kamer klopte en hoe de pater de klompen van zijn voeten schudde en verving door zijn sandalen. Als het probleem van onze klasgenoot opgelost was en hij de kamer van de pater verlaten had, hoorden we, hoe de pater weer in zijn klompen schoot. Even later trok de volgende klasgenoot met zijn probleem naar de kamer van de klompenpater … Het viel ons op, dat onze pater in die tijd dubbel hard bad, wellicht om God te danken, omdat hij als wiskundeleraar zoveel succes had als geestelijke leider van jongens.
Zo studeren was hemels voor ons !
Jaak Nouwen
Weerspreuk mei
Ingestuurd door een andere (oud-)inwoner van Briegel en geïnspireerd door de eerste wereldtitel snooker van Luca Brecel in mei 2023.
Hoed je te ontdoen van wol en flanel vόόr het feest van Sint-Brecel.
Zijn winterstaart kan je verkleumen met storm en hagelstenen als snookerbè.l!