‘Een kau hèèt vieër demen aan hèren eier!’ (Een koe heeft vier tepels aan haar uier!)
“Kijk, die koe heeft vier piemels!” riep ons kleinzoontje bij de wandeling langs een wei. Toen wij bijgekomen waren van het lachen, legden wij hem uit dat een koe geen piemel(s) heeft, maar wel ‘enen eier met vier deme’ zoals ze dat in het Peerder dialect zeggen.
In het AN noemen we dat “een uier met vier tepels of spenen,” zei oma. ‘En de klèèn kèlfkes ko.nne deu aan drinken asse dorst hemme,’ legde boerenzoon opa nog verder uit. ‘En as ge aan die deme trèkt, dan kimt deu mèlk aut! En zoe mèlkde de boere de kei … alè, vrigger toch!’ En oma vertaalde: “De kleine kalfjes kunnen daaraan drinken als ze dorst hebben! En als je aan die tepels trekt, dan komt daar melk uit! En zo melkten de boeren de koeien … nu ja, vroeger toch!”
“Sip, sap, sip, sap …” vroeg de kleinzoon. ‘Hieël zjust, mènneke,’ zei opa, ‘mè tegewoordig hemme ze van die mèlkmesjiene en ooch mèlkrobotten, schijnt het!’ Je had de kleinzoon moeten zien kijken toen oma uitlegde dat ze “Tegenwoordig van die melkmachines hebben en zelfs melkrobotten!” Wie weet wat hij zich daarbij voorstelde …
Nog ‘deem’:
https://taaldacht.nl/vergeten-woorden-d/ Een leuke site met “vergeten woorden”!
Eerste publicatie in Blikveld nr. 25 van 23 juni 2023.
Louis Dingenen
Aanvulling bij ‘deem’
Een trouwe lezer laat weten dat ‘deem’ in ons dialect ook nog een andere betekenis kan hebben dan “speen”.
‘Je kan zegen: ’t Is mich toch een deem, ’t is veer te janke!’ Ik gebruik deze uitdrukking nog geregeld en samengevat betekent ze: “Hij is een watje!”