Witten en witte

‘Ge moet de stalmieëren op tijd witten’, zee m’ne bompa vrigger, ‘dan haade de ziktes aut de stal!’ (Je moet de stalmuren op tijd wit kalken,’ zei mijn grootvader vroeger, ‘dan houd je de ziektes uit de stal!)

Weet je (nog) dat de boeren vroeger de onderste helft van de stallen beschilderden met wit kalk? Hetzelfde deden ze soms ook met een aantal kamers van hun (meestal nog lemen) woonhuis. ‘Witten’ noemden ze dat, ook in het Peerder dialect, en het betekent in deze context gewoon “wit maken met witte kalk”. Waarom ze dat deden, de boeren? Om hun stallen en woning proper en mooi te maken, en zeker ook om ze te ontsmetten. De kalk op zich was al ontsmettend en het ongedierte had het dan veel moeilijker om zich tegen of in de muren te nestelen. Oh ja, het meervoud van ‘stal’ is ‘stel’ (umlaut ä), zoals ‘bal – bel’, kam – kem).

In dit verband is het interessant de bijbelse uitdrukking “witgekalkte graven” er even bij te nemen. Het gebeurt dat zogenaamd “slechte mensen” hun levenswandel “zogezegd” wijzigen en schijnbaar normaal of zelfs voorbeeldig “goed” gaan leven. Dan hoor je wel eens dat het “witgekalkte graven” zijn: van buiten mooi en goed, maar binnenin even slecht, corrupt, lelijk … als voordien.

Witten” kan ook betekenen dat je zwart of crimineel geld witwast … maar ik vermoed dat in het Peerder dialect het werkwoord witten niet in die context gebruikt wordt.

Een derde betekenis van “witten” vind je in de context van de Tweede Wereldoorlog waarin je de “witten” en de “zwarten” kende, afkortingen van de “Witte Brigade” en de “Zwarte Brigade”. De “Zwarte Brigade” was een groepering van mensen die sympathiseerden en collaboreerden met de Duitse bezetters en kortweg de “Zwarten” werden genoemd. De “Witte Brigade” was de verzamelnaam van een aantal verzetsleden en groepeerde dus de “Witten”. De “Witten” en de “Zwarten” stonden, zeker ook na de oorlog, lijnrecht tegenover elkaar en het is zeker de moeite om daarover een en ander op te zoeken.

Tenslotte kennen we ook in het Peerder dialect zeker de bijnaam voor een blonde jongen of blond meisje: “de witte”. Auteur Ernest Claes heeft er een populair boek over geschreven, “De Witte” (1920). Het werd verfilmd in 1934, de eerste Vlaamse geluidsfilm, overigens, en in 1980 maakte Robbe De Hert er een nieuwe versie van met als titel “De Witte van Sichem”.  In de BRT-televisieserie “Wij, Heren van Zichem” (1969-1971) speelde de Witte ook een belangrijke rol.

Echt gebeurd: een jonge vader uit Peer noemt zijn jongste spruit liefkozend ‘euze Witte’ omdat het kind blond en speels is. Hij merkt op dat hij wel moet opletten met wat hij zegt, want het ‘zeu wel es ko.nne dat ze straks allemeul Witte geun zegge!’ En zie, meer dan 30 jaar later … noemt iedereen het jongetje van toen ‘Witte’ … met veel sympathie, overigens!

Nog ‘witte’:

https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/WITTEN https://www.woorden.org/woord/witten
https://www.ensie.nl/anw/een-witgekalkt-graf
https://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_Brigade
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Witte_(film)

Eerste publicatie in Blikveld nr. 44 van 4 november 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *