Viet

‘Kiekt boe ge oeër viet zet, mins, ge steut bekans op m’n tienen!’ (Kijk waar je je voeten zet, man, je staat bijna op mijn tenen!)

Viet’ is het meervoud van “voet” en de meeste mensen hebben vijf normale tenen aan elke voet, maar sommigen hebben ‘lang tienen’ en voelen zich snel ‘op hun tienen getrèèn (of getrèèd)’, d.w.z. ze voelen zich snel aangevallen. Een plastische persoonsbeschrijving klonk ooit als volgt: ‘Ich hem jodeltienen, knotskneien en poddingbillen …’ (Geen equivalent in het AN, sorry!)

Als iemand ‘bèèrrese viet’ loopt, dan loopt hij op blote voeten, barrevoets of, blootsvoets. En als je te kort achter die persoon loopt, dan bestaat de kans dat je hem ‘op z’n varsen trèèt’ (op zijn hielen trapt). Dat kan je letterlijk interpreteren en dan doet dat pijn, maar het kan ook figuurlijk zijn voor iemand die bv. zijn moeder niet kan missen of niet zelfstandig is. De zegswijze ‘Amai, m’n viet!’ doet denken aan pijnlijke voeten, maar gaat in het Peerder toch meer in de richting van verwondering en verbazing!

Nog ‘viet’:

https://etymologiebank.nl/trefwoord/barrevoets

Eerste publicatie in Blikveld nr. 14 van 8 april 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *