‘Van dèèn hiele prèèk hem ich gie go(o)dsig woord versteun!’ (Van die hele preek heb ik geen gebenedijd woord verstaan!)
Het hoeft natuurlijk niet altijd een preek te zijn waar je niets van verstaat, maar in ons voorbeeld past het wel dat je van de godsdienstig geïnspireerde toespraak geen ‘godsig’ of ‘goodsig’ woord verstaan hebt. In het Peerder dialect betekent ‘godsig’ of ‘goodsig’ eigenlijk dat je er geen ‘gebenedijd’ of “gezegend” woord van verstaan hebt … “niets”, dus. Of “niemand”, zoals in ‘Oppe mèèrret waas er giene goodsige mins te zien!’ De verwijzing naar “‘God” of iets “goddelijks” zou je kunnen herkennen in ‘go(o)ds’, maar je mag dat niet als “goddelijk” in het AN omzetten … Een “goddelijk” woord komt van hierboven, al kan iets “goddelijks” ook iets “heerlijk, hemels” betekenen in ons aardse bestaan. Misschien zijn er nog wel dialectvarianten van ‘go(o)dsig’ of synoniemen … en hierbij denken we richting ‘godselijk’ of ‘goodselijk’. Een erg plausibele verklaring kan natuurlijk ook zijn dat het gewoon een vervorming is van de woordgroep ‘god zeg’ zoals in ‘Godseg, wa hadde nau wieër gedeun?’ (God zeg, wat heb je nu weer gedaan?)
In het AN is “gebenedijd” zeker een afdoend synoniem van ‘go(o)dsig’. Misschien is dat Latijn voor jou … en dan heb je ook nog gelijk! “Gebenedijd” betekent letterlijk “gezegend” en is terug te voeren tot het Latijnse werkwoord “benedicere” dat “bene” (goed) en “dicere” (zeggen) of “zegenen” betekent. Daarvan afgeleid is bv. de klassieke voornaam “Benedictus”, dikwijls afgekort tot “Dictus” of “Dictes”, wat dus “de gezegende” betekent. Een ideale naam om ook de koster van de parochie te worden!
Eveneens van “benedicere” afgeleid is “benedictijn”, monnik in de religieuze orde van de Heilige Benedictus. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands leert ons dat Benedictus van Nursia (nu Norcia in de buurt van Perugia, Midden-Italië) rond 529 de eerste kloosterorde van de westerse kerk stichtte, de Benedictijnerorde. Hij is ook de auteur van de “kloosterregel” waarin hij beschrijft hoe een monnik zou moeten zijn en leven. Heel wat bekende kloosterordes hebben zich nadien geïnspireerd op dit werk. Een van de bekende leefregels van Benedictus is “ora et labora”, bid en werk, waarbij “bidden” ook staat voor “bezin, denk na, filosofeer …!” Er bestaat overigens ook een kloosterorde van Benedictinessen (let op de spelling!), vrouwelijke monniken die volgens de regels van de Heilige Benedictus leven.
Andere woorden met verwijzingen naar heiligen en/of religie komen later wel eens aan bod. Als je er nog kent … stuur ze dan maar door … en alvast, hartelijk dank!
Nog ‘go(o)dsig en gebenedijd’:
http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/gebenedijd http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/benedictijn https://nl.wikipedia.org/wiki/Benedictijnen
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 36 van 3 september 2021.
Louis Dingenen