Pèke

‘Het lèste kèrkpèke van ’t Lin moete ve toch beware, nie?’ (Het laatste kerkpaadje van Linde moeten we toch bewaren, niet?)

Alle wegen leiden naar Rome … en vele paadjes leidden vroeger naar de kerk in het centrum van het dorp, want je moet de kerk in het midden houden, niet? Omdat de mensen meestal te voet naar de kerk gingen, probeerden ze natuurlijk de kortste weg te nemen en dikwijls was dat via een daartoe speciaal gelopen of aangelegd smal wegje, wegeltje of pad, een kerkpad. Lees hierover ook meer via de link hieronder … boeiend!

In het dialect van (o.m.) Peer heet een “pad” een ‘paaëd’ en het verkleinwoord paadje is ‘pèke’, vandaar ook ‘kèrkpèke’ (met de verkorte /è/ zoals in het Franse élève of être). Je vindt ze nog wel, die paadjes, en in Wijchmaal is er zelfs een straatje dat ‘Kerkpad’ heet … maar op ’t Lin hebben ze alarm geslagen: het ‘lèste kèrkpèke’ dreigt daar te verdwijnen en dat mag niet gebeuren, want het ‘pèke’ is landelijk erfgoed en moet dus gered worden. In “De Zeven Torens”, het tijdschrift van de Heemkundige Kring Peer, stond in juni 2014 het artikel “Het pèke, laatste kerkpaadje in Linde?” met daarin de oproep om dat ‘pèke’ als erfgoed te rehabiliteren door restauratie en naamgeving. Het biedt het toerisme in Peer bovendien een kans om bv. een nieuwe wandelroute te creëren. Het ‘pèke’ ligt ter hoogte van de bocht waarin de Cremerdijk overloopt in Nieuwdorp, haaks op de Mgr. Morisstraat en de dijk “Panhoven” en is in alle seizoenen zeker een wandeling waard!

‘Paaëd’ kan in het Peerder ook een fietspad zijn, een ‘vielopaaëd’ of ‘fietspaaëd’, en in ’t klein of smal, een ‘vielopèke’ of ‘fietspèke’. En er zijn nog ‘pèkes’. Als je je hoofdharen in het midden scheidt, dan heb je een (haar)pad in het midden. Je kan je ‘heur-/hoarpaaëd’ ook opzij leggen. En iemand die aan een of andere tocht begint, ‘dè gieët op pad’ (met korte /a/). 

In het Peerder kent men ook het werkwoord ‘pèke’, “pekelen”. Als vroeger bv. een varken geslacht werd, dan werd het vlees “gepekeld” of “ingezouten” zodat het langer bewaard kon worden. Dat noemde men ‘pèkele of ‘pèke’ en ook ‘inzaaëte’. Het vlees werd dan in een ton of gemetselde kuip in de kelder bewaard. Als het te sterk ‘gepèèkt’ was, dan bewaarde het misschien wel langer, maar dan smaakte het wel heel erg zout en sterk. In Peer kan je ‘het pèke ’ of ‘het hem pèke’ in de figuurlijke betekenis en dat betekent dat je het erg bont maakt. Meestal is dat geen lovende commentaar!

Ach, we hebben allemaal wel een aantal “pekelzonden” op ons geweten … de ene al wat meer gepekeld dan de andere! Het gaat daarbij volgens de enen om een “zonde die in de pekel gelegd is” en dus een oude zonde is. Anderen menen dat “pekelzonde” niets met pekelen te maken heeft, maar wel met het Latijnse verkleinwoord van “peccatum” (zonde), nl. “peccatillum” … een kleine zonde. Het zou overigens geen kleine, maar een heel grote zonde zijn als ’t Pèke op ’t Lin niet gered zou worden. Allen daarheen!

Meer ‘pèke’:

http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/paadje
“Het pèke, laatste kerkpaadje in Linde?” Een artikel van Rik Lenaerts in “De Zeven Torens”, tijdschrift van de Heemkundige Kring van Peer, juni 2014;
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerkpad
https://www.ensie.nl/typisch-vlaams/pekelzonde
https://www.ensie.nl/van-aalmoes-tot-zwijntjesjager/pekelzonde

Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 20 van 14 mei 2021.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *