Kwikken, wegen en basculeren

‘Ich zaaëg me’ne petere dè pèkse op zijn hand kwikke en hèè zee: “Ich schat … ‘ne kilo!’’ (Ik zag mijn grootvader het gewicht van dat pakje met zijn hand schatten en hij zei: “Ik schat … 1 kilo!)

Het is een heel oud woord en een heel oud gebruik, maar ‘kwikke’ bestaat nog … en wij doen het zelf wel eens. In (o.m.) het Peerder dialect betekent ‘kwikke’ dat je iets met, of op de hand “schattend weegt” … Je houdt het te wegen voorwerp in je hand of met de hand vast en je beweegt je hand lichtjes op en neer om het gewicht te schatten. Soms wip je het voorwerp een beetje uit de hand op om nog een beter idee van het gewicht te krijgen: je bent aan het ‘kwikke’ en in Van Dale heet dat ook “kwikken”, maar er staat bij dat het woord slechts “gewestelijk” bekend is . “Quicken” betekende in het Middelnederlands “schudden, op en neer doen gaan”. Vanuit die betekenis is later ook ‘kwikkele’ (heen en weer gaan) ontstaan en ‘omkwikke’: als je te veel met je stoel ‘kwikkelt’ loop je het gevaar ‘om te kwikke’ en dan lig je daar! De uitdrukking “wikken en wegen” heeft blijkbaar niets met ‘kwikke’ te maken, want “wikken” betekent gewoon “intensiever wegen”!

Het zelfstandig naamwoord “kwik” kennen we van in onze thermometers en het bijvoeglijk naamwoord ‘kwik’ betekent zoveel als ‘kwiek’, gezwind, fluks, lenig. Misschien is de naam van stripheld Kwik uit “Kwik en Flupke” van Hergé daar wel op geïnspireerd, al is het vermoedelijk niet meer dan een gemakkelijke vertaling van het Franstalige personage Quick!

Als je een voorwerp ‘gekwikt’ hebt, weet je hoeveel het ongeveer ‘weegt’ of ‘woagt’, in het Peerder. Als je het op een geijkte weegschaal, een ‘woag’, een ‘bascule’ of ‘baskuul’ ‘weegt’ of ‘woagt’ en dus het “gewicht bepaalt”, dan weet je exact hoe zwaar het is en welk “gewicht het heeft”. ‘Wege’ of ‘woage’ kan je in ons dialect dus in twee betekenissen gebruiken, nl. “gewicht bepalen” en “gewicht hebben”, net zoals “wegen” in het AN. ‘Baskelere’ of ‘baskulere’ zegden ze vroeger ook in Peer, maar alleen in de betekenis van “gewicht bepalen”. Als je na een avondje ‘pintele’ of ‘pinteliere’ in café “De Bascule in Peer te “zwaar” had gedronken, dan was je ‘serjeus gelaaie’ en ‘baskeleerde’ of ‘balanceerde’ je soms tussen vallen en recht blijven. De naam Bascule verwees naar de ‘basculebrug’ of ‘weegbrug’ die daar vroeger gestaan heeft en waarop handelaars en boeren hun vracht konden wegen. Menige zware jongen werd in de Bascule overigens gewogen en te licht bevonden en maakte er ongewild kennis met de plaveien!

Als iemand je vraagt ‘Boe dè stik grond weegt?’ dan wil hij echt niet weten hoe zwaar het is. Hij wil wel te weten komen waar het “aan de weg grenst” of liever, hoe je van dat stuk grond ‘op of aan ‘ne weeg koomt’. En daarmee zijn wij aan de laatste betekenis van “weg” gekomen, nl. ‘ene weeëg (een weg) om op te rije’ met als meervoudsvorm ‘weeg’ (wegen). Als je niet van onze streek bent, hoor je het verschil tussen het enkelvoud en het meervoud niet eens omdat het enkelvoud een iets langere sleeptoon heeft (vandaar de extra ë in onze spelling) en het meervoud de kortere stoottoon hanteert. Of liever, beide worden op een andere toonhoogte uitgesproken en daarmee is het Peerder ook een soort “toontaal” …net zoals het Chinees! Dè!

Meer ‘kwikken, wegen en basculeren’:

http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/kwikken1
http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/wegen1
http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/wegen2
https://www.encyclo.nl/begrip/balanceren.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stoottoon_en_sleeptoon
https://onzetaal.nl/taaladvies/wikken-en-wegen

Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 49 van 10 december 2021.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *