Opdoen

‘Allemeul goed en wel da gèè o.ch wilt opdoen, mè doet ieërst oeër klak mèr es op, aners doede nog ‘ne klets op!’ (Allemaal goed en wel dat je kandidaat wil zijn voor de verkiezingen, maar zet eerst je pet op, anders word je nog verkouden!)

In de Van Dale online vinden we drie betekenissen van het werkwoord “opdoen”, maar in ons Peerder dialect kennen we er enkele meer. Van Dale heeft het bv. over opdoen in de zin van “zich verschaffen” zoals in “kennis opdoen” en over “vernemen” zoals in “nieuws opdoen”. Ken jij ‘opdoen’ in die betekenis in ons dialect?

De derde betekenis uit Van Dale kennen we zeker, nl. “krijgen”, zoals in “een ziekte opdoen”, ‘een zikde opdoen’ zoals wij zeggen en in de voorbeeldzin is dat een ‘klets’, een verkoudheid, ook gekend als ‘valling’ of ‘verkaadheid’.  Daarom moet de persoon in de voorbeeldzin zijn ‘klak opdoen’, zijn pet opzetten en straks mag hij ze ‘wieër aafdoen’. Het werkwoord ‘doen’ wordt hier (weer) als een soort passe-partout gebruikt, een woord dat je in plaats van andere woorden kan inzetten. Als je variatie in je taalgebruik wil, kan je meer aangepaste woorden gebruiken, zoals je pet afnemen, afzetten …

Wa drinkde nog? Ich geun er nog ienen opdoen!’ (Wat drink je nog? Ik ga er nog eentje trakteren!) ‘Ah, goed, want ich hem giene frang mie, ich hem a.l opgedeun!’ (Ah, goed, want ik heb geen frank meer, ik heb alles uitgegeven!) ‘Opdoen’ heeft hier de betekenis van “geld uitgeven, spenderen, opmaken, verkwisten …”

Als je vandaag in het Peerder vraagt waar ‘iemed ze lief opgedeun hèèt’ dan klinkt dat nogal neerbuigend en oneerbiedig, niet? Het lijkt een beetje op … ‘een zikde opdoen’… Vroeger had ‘opdoen’ die negatieve bijbetekenis niet of toch veel minder. Taal evolueert.

‘Widde gèè al dè Ties van Lei van Door vanne Rooie zich opdieët?’ De naamgeving van Ties even terzijde gelaten, vraag je “Weet jij al dat Ties zich (bij de verkiezingen) kandidaat stelt?”  We zeggen in Peer ‘dè iemed zich opdieët’ of ‘dè iemet opkimt’: hij stelt zich kandidaat of  hij is kandidaat.. Dat ‘opkome’ verwijst waarschijnlijk naar de 5de betekenis van “opkomen” in Van Dale: ten tonele komen! ‘Ve zijn benauwd wie ‘r volgend jeur allemeul opkimt bij de verkiezinge!’ (We zijn benieuwd naar wie volgend jaar allemaal opkomt bij de verkiezingen!)

De verleiding is groot om ‘opdoen’ in zinnetjes als ‘choco op oeëre boterham doen’ (smeren) en ‘ene plekker op die wo.n doen’ (kleven, plakken) ook in dit stukje op te nemen, maar eigenlijk mag dat niet. Het gaat hier niet om ‘opdoen’, maar om ‘doen op’ … herinner je het passe-partoutwoord ‘doen’ van hierboven! Niet doen, dus!

Nog ‘opdoen’

https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/opdoen
https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/opdoen#.Yxo_f3bP2Uk
https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/opkomen#.Y4cSSnaZOUk

Eerste publicatie in Blikveld nr. 49 van 8 december 2023.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *