Weer – Wa wèèr – bratselen – donderschoor – houwmouw

Het “weer” is een van de favoriete onderwerpen om over te praten bij het aangaan van nieuwe of het onderhouden van bestaande sociale contacten. In het Peerder dialect bestaan in die context nogal wat varianten op de vraag “Welk weer gaat het worden?” ‘Wa wèèr wèèrt ‘et? Wa wèèr gève z’aut? Waffer wèèr gieget wèère? Wa gieget wèèr doen?’… en zo kennen we er zeker nog een aantal. De vraag ‘Wa wèèr gève z’aut?’ verwijst naar de weersverwachting zoals die door bv. de weerman uitgesproken is. Ten onrechte worden de weerman of weervrouw overigens als “weersvoorspeller” aanzien, maar dat zijn zij absoluut niet … Zij voorspellen niets … zij verwachten een weersgesteldheid die opgemaakt wordt op basis van allerlei weerkundige modellen, maar dat terzijde.

‘Goed wèèr’ is een heel subjectief begrip, want wat voor de ene goed is, kan voor de andere heel slecht weer zijn. Denk hierbij aan een ‘bijs’ of ‘règenbijs’ (regenbui / regenvlaag): in de zomer kan die een feest of festival in de open lucht ‘verknalle’, maar voor de boer kan het de redding van zijn oogst betekenen.

Als het bratselt’ in Peer, dan regent het aanhoudend (weliswaar) lichtjes, zo blijkt, maar toch genoeg om er nat van te worden. Als er af en toe een ‘goei zwaars aut de lo.cht vilt’ dan wil dat zeggen dat er af en toe een zware plensbui valt. Als er bij de zware regenvlaag ook donder (en/of bliksem) bijkomt, dan spreekt men in Peer over een ‘donderschoor’ of donnerschoër’ alsof de hemel openscheurt (schoor = scheur). Als men in Peer spreekt over ‘dikke lo.cht’ dan is de kans groot dat het gaat regenen, want dan is het “zwaar bewolkt”.

Zo zijn er tientallen uitdrukkingen om de nuance in het weer en de weersverwachting aan te geven, niet alleen voor de neerslag, maar ook voor de andere weersgesteldheden. Hoeveel soorten neerslag zijn er? Vraag eens aan de Inuit (zeg niet Eskimo’s, maar Inuit!) of het zal sneeuwen! Zij kennen meer dan 20 soorten sneeuw en zeg daar dus nooit gewoon: het sneeuwt! Misschien komen we daar later nog eens op terug … en als je suggesties hebt, laat ze maar komen.

Ook even stilstaan bij een nog zelden gebruikt Peerder dialectwoord dat ons aangereikt is door een ijverige lezer: een houwmouw’, een “wervelwind of windhoos”. Tornado is een veel te zwaar begrip voor een ‘houwmouw’, want echte tornado’s komen bij ons niet dikwijls voor … een 3 tot 5 per jaar, zo lezen we in HLN. Een ‘houwmouw’ veroorzaakt ook wel een draaikolk of hoos waarin veel stof, hooi en losliggende zaken omhoog gezogen worden en soms … komt er ook wel eens een dak los … zoals enkele jaren geleden in Grote-Brogel. Een miniversie van een windhoos, zo reikt een trouwe lezer ons aan. Een ‘roesbos’ (met het werkwoord ‘roesboezen’?) zou een synoniem kunnen zijn, zo heeft iemand ons ook ingefluisterd. Kan dat kloppen? Laat het ons zeker weten!

 Meer ‘wèèr’:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Weersvoorspelling https://nl.wikipedia.org/wiki/Sneeuwwoordenverhaal  https://etymologiebank.nl/trefwoord/houwmouw
https://www.hln.be/weernieuws/tweede-tornado-op-korte-tijd-raast-over-belgie-uitzonderlijk-maar-ook-weer-niet~a7a7d076/

Eerste publicatie in Blikveld nr. 33 van 19 augustus 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *