Uit- en aandoen

‘Ieërst hèèt ze‘m binnegehaald en nau hèèt ze’m hielegans autgedeun!’ (Eerst heeft ze hem binnengehaald en dan heeft ze hem helemaal uitgekleed!)

Als je in het Peerder dialect letterlijk iets ‘aandoet’, dan trek je bv. je eigen schoenen aan of een broek … ‘Doet dèè jas es aan, dèè past o.ch!’ (Trek die jas eens aan, die past je!). Je kan ook de wederkerige vorm gebruiken en dan zeg je: ‘Ich doen mich dèè jas vandaag aan!’ (Ik trek mij vandaag die jas aan!)

Als je zegt: ‘Ich doen pa zijn kliër aan’ dan kan je twee kanten op: jij trekt zelf de kleren van je pa aan of je kleedt je pa aan met zijn kleren. Als je iemand figuurlijk iets aandoet, berokken je die ander verdriet, leed of schade: ‘Wa doede mich nau toch aan?’ (Wat doe je mij nu toch aan). Het kan ook zijn dat je jezelf schade toebrengt ‘as ge oer èège iets aandoet!’ (als je jezelf iets aandoet).

In de zin ‘Dè dieët zoe raar aan!’ (Dat doet zo eigenaardig aan) zit je in de buurt van iets ‘aandoenlijks’, iets pakkends of emotioneels, en als je ‘longen aangedeun zijn’, dan heb je longen die aangetast zijn door een ziekte of zo. Je kan met “aandoen” ook iets in werking zetten zoals in ‘Doet dè licht es aan!’(Doe het licht eens aan).

Daarmee hebben we vijf van de zes betekenissen uit Van Dale in ons dialect teruggevonden en de zesde “voor korte tijd iets bezoeken” zoals in “een haven aandoen” … kennen we die ook in het Peerder dialect? Misschien in een zin als ‘Alle cafés aandoen’ (Alle cafés bezoeken)? Als jij een duidelijke voorbeeldzin kent, laat ze maar komen!

’s Morgens ‘doede o.ch aan’ en ‘as ge geut sleupe, doede o.ch aut’, de gewone gang van zaken: ’s morgens kleed je je aan en als je gaat slapen, kleed je je uit. Het kan ook anders, ‘Doet o.ch mèr ieërst aut- en aan, dan zijn ve weg!’ en daarmee werd vroeger bedoeld: “Kleed je maar eerst om, dan zijn we weg!” De term “omkleden” kenden ze in het dialect blijkbaar toen niet … nu wel? ‘Verklieën’ kennen we wel … met carnaval, je “verkleden”.

 Letterlijk betekent ‘(zich)autdoen’ (zich)uitkleden, ‘de klieër (of kleijer) uittrekken’, maar als een geestelijk de ‘klieër autdieët’ dan kan je dat letterlijk of figuurlijk interpreteren. Als hij zijn kleren uittrekt voor het slapengaan, dan is dat geen nieuws. Als hij ze figuurlijk (én tegelijk ook letterlijk, natuurlijk) ‘autdieët’ dan is dat wel nieuws, want dan stopt hij als ‘gieëstelijke’ en wordt hij weer “leek” omdat hij zijn religieus statuut verlaat. En als iemand zijn overeengekomen tijd of ‘termijn’ niet ‘autdieët’, dan stopt hij voortijdig.

 Ken je de uitdrukking: “Men moet zich niet uitkleden voor men naar bed gaat”? De betekenis is: geef je bezittingen en erfenis niet helemaal weg voor je dood bent. ‘Iemed autdoen’ zit in dezelfde sfeer: ‘Hèè ho.ld ze ieërst schoeën binnen en toen dee ‘r ze schoeën aut!’ (Hij haalde ze eerst mooi binnen en toen kleedde hij ze mooi uit!) Hoe dubbelzinnig kan een zin zijn! Je zou kunnen denken dat iemand de versiertoer opgegaan is, maar je kan ook aangeven dat diezelfde persoon iemand in huis gehaald heeft met de bedoeling de betrokkene te ‘plaume’ (pluimen) of te ‘plikke’ (plukken), om alles wat ze bezit voor zich te houden en haar dus bewust uit te buiten, op te lichten. En dan staat die betrokkene daar in ‘hèèr heem’ (haar hemd)” of zelfs zonder kleren … En heb je ook nooit de goede raad gekregen ‘o.ch noeëts bloeët te zetten’ (je nooit bloot te zetten) in die zin dat je nooit je laatste cent mag uitgeven?

Nog ‘uit- en aandoen’:

https://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_2413.php 
https://www.woorden.org/spreekwoord.php?woord=uitkleden 

Eerste publicatie in Blikveld nr. 23 van 10 juni 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *