Ossekop

In een ander dialectstukje hebben we het gehad over ‘soeëts’ dat o.m. in Peer als spotnaam gebruikt wordt voor hoofd. In dat stukje kwamen spotnamen met het woord ‘kop’ aan bod en zo zagen we toen dat soms een dierennaam toegevoegd werd aan het woord ‘kop’: apekop, pèèrdekop, ezelskop, kalverkop, ho.nskop, scheupskop, vèrrekeskop, kiekekop, … kortom, keuze genoeg, besloten we, maar … de bekendste en misschien interessantste samenstelling waren we wel vergeten, zo meldde een attente lezer: ‘ossekop’.

Ossekop’ kan zeker een scheldwoord zijn, maar de knipoog naar het bekende en ondertussen verdwenen café op de Markt is heel duidelijk! Waarom het café “Ossekop” heette? Waarschijnlijk omdat de eigenaar, Paul Slegten, een veehandelaar was en misschien ook wel omdat de (overigens voortreffelijke) slagerij ernaast familiebanden had met de “Ossekop”.

Zou het ook kunnen zijn dat menig bezoeker ’s morgens wel een ‘ossekop’ leek te hebben als hij weer eens (te) lang op café geweest was?

Eerste publicatie in Blikveld nr. 12 van 25 maart 2022.

Louis Dingenen

(zie ook ‘soets’)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *