‘Leut ‘m gewèère, hèè is nog te kag/kak om met de groeëte minse mee te spele!’ (Laat hem met rust. Hij is nog niet bekwaam om met de grote mensen mee te spelen!)
‘Kag’ (of ‘kach’) wordt meestal gezegd van piepjonge vogels, nestjongen, die nog te jong zijn … en dus ook nog niet bekwaam zijn om te vliegen. Ze zijn meestal nog niet of maar nauwelijks behaard en vallen soms nog uit het nest.
‘Kag ’is verwant met ‘kak’ zoals in ‘kakschool’ waar de jongste kinderen (voor het eerst) naar school gaan, de kleuterschool, ook wel bekend als de ‘papschool’. ‘Kak’ doet natuurlijk meestal meteen aan ‘kaka’ denken, maar betekent ook “heel klein, piepjong, nog heel veel hulp behoevend …”
Van jongeren die willen doen “wat en zoals de grote mensen doen” en daar dan niet in slagen, zegt men wel eens dat ze ‘nog te kag of te kak zijn’, dus nog niet bekwaam genoeg, zoals de vogeltjes die nog niet kunnen vliegen. Bij uitbreiding noemt men het laatstgeboren kind, het troetelkindje ook soms … ‘kak(ke)nest’, niet?
Nog ‘kag en kak’:
https://etymologiebank.nl/trefwoord/kakkenest
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 18 van 6 mei 2022.
Louis Dingenen