Bèèn

‘Vrigger bède de minse veel mieër as nau en ze gingen ooch nog op bèvert!(Vroeger baden de mensen veel meer dan nu en ze gingen ook nog op bedevaart!)

‘Bèèn’ betekent (o.m.) in het Peerder dialect “bidden” en we kennen nogal wat samenstellingen met het werkwoord ‘bèèn’. In een processie of bij het bidden van het rozenhoedje was er iemand die “moest voorbidden” (‘iemed dèè moes veerbèèn’) en die bv. de eerste helft van het Weesgegroet bad. De anderen “baden na” (‘bèède neu’) en zegden het tweede deel. Als je wat treuzelde, hoorde je dat je moest ‘doorbèèn’ (doorbidden, voortmaken met bidden) en je moest zeker ‘meebèèn’ (meebidden).

Op ‘bèverte’ (bedevaarten), meestal om een gunst (van een heilige) te bekomen, werd heel veel gebeden. In het woord ‘bèvert’ herken je in het eerste deel de ‘bè’ van ‘bèèn’. Bekende bedevaartoorden waren (en zijn) Scherpenheuvel, Banneux, ‘Loerd’ (Lourdes) en dichterbij is Koersel met zijn ‘Kepelleke’ erg bekend. ‘’t Heilig Paterke’ in Hasselt heeft ook veel bedevaarders uit Peer mogen verwelkomen en dan hebben we het nog niet over de plaatselijke kapelletjes in Peer, in grotvorm of gemetseld, hoog in de gevel of in het struikgewas. Iemand van ’t Lin heeft een boek geschreven over de “Kapelletjes van Linde”! En in 2022 zijn de ‘Grotfieësten’ op ’t Lin gevierd. Paste overigens mooi in het Mariajaar in Peer!

Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 28 van 15 juli 2022.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *