‘Hèè is er lang langs gekome, mè nau hèèt er ‘t spek aan ze bieën!’ (Hij is er lang aan kunnen ontsnappen, maar nu heeft hij het spek aan zijn been!)
‘Hèè hèèget spek aan’ of ‘hèè hèèt het spek aan ze bieën’ gebruiken we (o.m.) in het Peerder dialect om aan te geven dat iemand “erbij is, in een moeilijke situatie beland is, de vervelende gevolgen van iets moet dragen, de klos is, voor iets moet opdraaien, het kind van de rekening is …” Bij de verkorte vormen ‘het spek aan’ en ‘het spek aan hemme’ wordt de invulling voor een deel aan de luisteraar overgelaten … en kan je er dus alle kanten mee op.
Soms wordt de verkorte vorm ook wel eens gebruikt om aan te duiden dat iemand bv. getrouwd is. In die vorm is ‘het spek aan hemme’ synoniem met ‘het zieël aan hemme’ (de strop om de nek hebben) … of is het “de das dragen”?
Waar dat ‘spek’ vandaan komt, is niet meteen duidelijk, maar het zou kunnen dat het komt van “een blok aan zijn been hebben”. De gevangenen hadden vroeger soms letterlijk een “houten blok” aan het been zodat ze niet konden weglopen. Om zo’n uitdrukking levendiger te maken, vervingen “de mensen” dan wel eens een deel van zo’n uitdrukking door iets anders, in dit geval dus “spek”. Oh ja, ‘ergens langskome’ betekent bij ons ‘ergens aan kunnen ontkomen’.
Nog ‘spek’:
http://www.sosseteit.gent/Etymologie.html
Eerste publicatie in Blikveld nr. 21 van 26 mei 2023.
Louis Dingenen