‘’t Is mich ‘nen echte Sjarel, dèè nauwe koning van Engeland, nie?’ (’t Is me d’er eentje, die nieuwe koning van Engeland, niet?)
Toen prins Charles op 6 mei van 2023 officieel tot King Charles III van Engeland en het Commonwealth gekroond werd, was hij eigenlijk als koning sinds 8 september 2022, de dag dat zijn moeder Queen Elizabeth II overleed. In 2022 en ook nu stonden (vooral) de sociale media bol van commentaren en grapjes over deze jongeman die op zijn 73ste zijn eerste job (aangeboden) kreeg, of liever: erfde. Mij viel (o.m.) dat ene zinnetje op: ‘’t Is toch ‘ne sjarel, hè!’ Wij kennen ‘Sjarel’ in ons dialect toch ook, niet?
We kennen “Sjarel” als de progressieve spelling van de eigennaam “Charel” die naast “Karel” staat, de Nederlandse versie van de Franse en Engelse “Charles”. We schrijven “Sjarel” dan met een hoofdletter, maar wanneer we (o.m.) in Peer iemand een ‘sjarel’ noemen, gebruiken we een kleine beginletter en hebben we het over een soort man die we kunnen omschrijven als een “rare vogel, een wat eigenaardige, ongewone kerel”. Meestal houdt ‘sjarel’ ook wel een licht negatieve bijklank in, maar tegelijk klinkt er wat vriendelijkheid door. Denk hierbij aan slungelachtige en slordige jongeren die we ‘sjarels’ of ‘sjarelkes’ noemen, in de betekenis van lieve kwajongens. ‘Jeu, ’t zijn mich kèrels, echte sjarels!’ Volgens de enen zijn dit synoniemen, anderen vinden dat er een betekenisverschil is in die zin dat ‘kèrels’ positiever overkomt dan ‘sjarels’! Wat vind jij ervan?
Ergens in het achterhoofd klinkt ook een oud (voks)liedje waarin ‘Sjarelke’ een hoofdrol speelt … ‘Sjarelke, sjarelke, hangt ‘m met zijn broekske aan een nagelke …’ Zegt het je iets? Ik ben absoluut niet zeker van de tekst, het is duidelijk maar een fragment … Ik heb wel een volledige tekst gevonden van een volksliedje dat wel eens de bron ervan geweest kan zijn: “De historie van Chareltje, z’n broek en een nageltje” waarin staat: “Chareltje, Chareltje, hoeng mè zijn broek on een nageltje …” waarbij “hoeng” bij ons ‘ho.ngk’ is (hing). Het kan kloppen met wat hierboven staat, want die ‘hangt em’ kan je ook lezen als “zie hem daar hangen, hangt hij mij daar toch” in plaats van als een bevel … In ieder geval is het geen (echt) Peerder dialect, want wij zouden zeggen ‘hingt er’ (hangt hij) en ‘brikske’ in plaats van “broekske”. Waarschijnlijk is het dus overgenomen uit een ander Vlaams dialect of een tussentaal.
Onze ‘sjarel’ komen we ook tegen in de uitdrukking: ‘ich bin gesjareld’ in de betekenis van gefopt, bedot, belazerd en bedonderd, het vlaggen hebben …. Vandaag horen we ook ‘gezjost’ zeggen om hetzelfde aan te geven. Wie die “Sjarel” en die “Jos” dan echt (geweest) zijn, kwam ter sprake in een radioprogramma van Radio 2 in 2018. Magda Devos, professor (o.m. dialectologie) van de Gentse universiteit beweerde dat “Sjarel” en “Jos” koosnaampjes zijn voor het mannelijk lid “dat wel meer mannelijke namen toebedeeld krijgt” … zoals Piet! Het ligt dus voor de hand dat ‘gesjareld’ en ‘gezjost’ betekenen dat je “gekloot, bedrogen” bent! De term ‘gesjareld’ is volgens de professor in heel Vlaanderen erg bekend en ‘gezjost’ is in opmars. ‘Sjarel’ wordt, naast ‘Piet’ ook in (o.m.) ons dialect ook gebruikt als (koos)naampje voor het mannelijk geslachtsdeel, zo leverde een (beperkte) rondvraag op 😊.
Meer ‘gesjarel’:
https://muzikum.eu/nl/paul-dhollander/de-historie-van-chareltje-zn-broek-en-een-nageltje-songtekst
https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/gesjareld
https://www.ensie.nl/woordenboek-van-populair-taalgebruik/sjarel
Onlangs verscheen het “Thematisch Woordenboek van het Hechtels Dialect” van Clem Agten die vroeger al een gelijkaardig werk over het dialect van Eksel gepubliceerd heeft. Het is een indrukwekkende en mooi uitgegeven boek van 1425 pagina’s met illustraties en verhalen over “Leven en liefhebben, wonen en werken in Hechtel in de eerste helft van de 20ste eeuw”. Kostprijs: 60 euro. Meer info via dialectwb.hechtel@gmail.com
Eerste publicatie in Blikveld nr. 20 van 19 mei 2023.
Louis Dingenen