‘Hèè dee kwansies of ‘r pijn haa … mè hè haa zjust nèks, de komediant!’ (Hij deed alsof hij pijn had, maar hij had juist niets, de komediant!)
Alweer een heel oud en nog zelden gebruikt woord in (o.m.) het Peerder dialect: ‘kwansies’ met een lange /ie/ in de uitspraak en de klemtoon op de tweede lettergreep. Het betekent: quasi, schijnbaar, (net) alsof, ogenschijnlijk … We komen het in verscheidene spel- en uitspraakvarianten tegen, zoals: ‘kwansijs, kwansuis, kwansuus, ko.nsees en konsies’ .
In het AN hebben we het over “kwansuis” met de /ui/ zoals in huis. Onze spelling (hier) is echter gebaseerd op de Peerder dialectuitspraak: wij gebruiken een /ie/ in plaats van de /ui/ in ‘kwansies’. Dit is weer een mooi voorbeeld van de ontronding in ons dialect: wij maken van de “ronde” klinkers “ontronde” klinkers zoals bij ‘brug’ waarin de /u/ een /i/ (zoals in wit) wordt. Zo ook is de /ui/ een /ie/ geworden en komen we bij ‘kwansies’ uit.
‘Kwansies’ is een aanpassing van het AN “quasi” (net alsof, schijnbaar …) dat op zijn beurt van het Latijnse “quam si” (alsof) afstamt. ’t Is kwansies Latijn, dè dialect van Peerder, hè!
Nog ‘kwansies’:
https://etymologiebank.nl/trefwoord/kwansuis; https://woordenlijst.org/#/?q=kwansuis
https://etymologiebank.nl/trefwoord/schielijk; https://www.encyclo.nl/begrip/kwansuis
Eerste publicatie in Blikveld nr. 13 van 31 maart 2023.
Louis Dingenen