‘Door ’t gebod kimt de verpleegster ’s mèrges rond een oeër of zeven al!’ (In de regel komt de verpleegster ’s morgens al rond een uur of zeven)
Bij onze rondvraag bleken maar bijzonder weinig Perenaren de uitdrukking uit de voorbeeldzin nog te kennen of te gebruiken. ‘Door ’t gebod’ betekent (o.m.) in het Peerder dialect “in de regel, als alles normaal verloopt”. De uitdrukking verwijst naar een gebod, naar wat voorgeschreven is, (aan)bevolen is … Varianten met dezelfde betekenis als de uitdrukking hierboven zijn: “door de band”, “door de bank” en “door de bot”.
‘Het gebod’ of ‘het gebood’ is een zelfstandig naamwoord, afgeleid van het werkwoord “gebieden” en betekent “wat gedaan moet worden.” Zo’n ‘gebod’ wordt door een hogere instantie opgelegd of door een baas, werkgever, heerser … en dat kan ook een politieke of religieuze instantie zijn. Als we dus zeggen ‘door ’t gebo(o)d’, dan bedoelen we dat iets gebeurt zoals het geregeld is, bevolen of aanbevolen is, zoals het voorgeschreven is door een autoriteit, door de bovenhand … bv. door God, door de godsdienst, zo werd vroeger gezegd.
De associatie met de “Tien geboden” ligt voor de hand. Testje: ken je ze nog, de 10 geboden die we vroeger uit het hoofd moesten leren en moesten toepassen? Zeg ze maar eens luidop op, maar waarschuw je huisgenoten eerst … ja, die gekken (van Blikveld) zijn weer bezig 😊!
‘Hèè trèkt zich van God of gebod nèks aan,’ hoor je wel eens. En ja, je hebt van die mensen die zich van God noch gebod iets aantrekken en zich dus (zeker) vroeger daardoor ook volledig buiten de maatschappij opstelden … op de boerenbuiten toch, want in de steden was het net iets anders. De religie organiseerde de maatschappij, soms onder het motto van de notaris die tegen de pastoor zei: ‘Haad gèè ze braaf, dan haan ich ze klèèn!’ (Hou jij ze braaf, dan hou ik ze klein!)
Blijkbaar bestaat er ook een “elfde gebod”, wist je dat? Het is o.m. de naam van een heel bekend café in Antwerpen Centrum. Het café staat vol heiligenbeelden en is daardoor al een trekpleister op zich (dicht bij de kathedraal, overigens). “En weet je ook wat dat elfde gebod zegt?” vroeg de uitbater ons ooit. “Eh, neen …!” “Het elfde gebod luidt: je moet genieten!” zei hij … en verdomd als dat niet waar is! Andere betekenissen van “het elfde gebod” zijn o.m. “een gebod dat opeens uit de lucht komt vallen, opgelegd door een nepautoriteit” of “houden wat ge hebt en pakken wat ge kunt krijgen”, een definitie uit 1887.
Oh ja, je kunt ook “met je tien geboden eten”, zo blijkt. Dan gaat het over je vingers, natuurlijk, en dat ‘ge met oeër haaën èt … inne plak van met oeër kèt en oeër mes!’ (met je (blote) handen eet in plaats van met je vork en je mes). En wat denk je van deze zin: ‘Haan moogde wel met oeër haaën èète, mè door ’t gebod èète ve nie met eus haaën, hè!’ (Kip mag je wel met de handen/vingers eten, maar in de regel eten we niet met onze (blote) handen, hè).
Meer ‘geboden’:
https://www.etymologiebank.nl/trefwoord/gebod
https://elfdegebod.com/
https://www.ensie.nl/betekenis/met-zijn-tien-geboden-eten
Eerste publicatie in Blikveld nr. 34 van 25 augustus 2023. Louis Dingenen