Katteliek

‘Wa gèè deuzjust met oeëren o.tto oppe weeg deed, dè waas ooch nie echt katteliek, he! Rechs verbijstèke, jo.ng, jo.ng toch! (Wat jij daar zopas met je auto op de weg deed, dat was ook niet echt zoals het hoorde! Rechts voorbijsteken, jongen, jongen toch!)

Katteliek’ is het (o.m.) Peerder dialectwoord voor “katholiek”, de term die letterlijk betekent dat “iets in overeenstemming is met het rooms-katholieke geloof”. Vroeger was het (zeker in onze streken) gewoon en normaal dat iemand rooms-katholiek was en dus was ‘katteliek’ ook “dat wat normaal was”, de norm …

Was je niet katholiek, dan was je een heel grote uitzondering en dus niet zoals het hoorde! De figuurlijke betekenis van ‘katteliek’ werd en wordt eigenlijk alleen gebruikt in combinatie met “niet” om aan te duiden dat iets niet is zoals het hoort.

Als iets ‘nie katteliek’ is, dan is het niet zoals het hoort!

Nog ‘katteliek’:

https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/katholiek,%20niet%20~

Eerste publicatie in Blikveld nr. 50 van 23 december 2022.

Louis Dingenen

Reactie op katteliek:

Een trouwe lezeres heeft enkele leuke aanvullingen opgestuurd bij ‘Katteliek’. “We kennen in Peer nog spreekwoorden waarin ‘katteliek’ voorkomt, zoals:

‘Nie iedere katteliek is ‘nen heilige!’

‘De slechste kattelieke zitte veeraan inne kèrk!’

‘De kattelieke die ’t korste bij de kèrk woene, zijn ’t lèsten inne mès!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *