Een lezer suggereerde om het woord ‘verhon(d)soere’ eens onder de loep te nemen en, ja, ik wou dat doen, ‘mèr ich vond m’n pepiere nie mieë en toen ich ze trigvond, ware ze verhon(d)soerd’ (maar ik vond mijn bladeren niet meer en toen ik ze terugvond, waren ze beschadigd).
‘Verhon(d)soere’ is een erg oud (o.m.) Peerder dialectwoord dat verschillende varianten heeft, nl. ‘verhondsore’, ‘veronsore’, ‘verhonsoere’, ‘ver(h)onzoere’ … en misschien nog wel enkele andere. Als iets ‘verhon(d)soerd’ is, dan is het “beschadigd, vernield, verkreukeld, verknoeid …”, kortom, het ziet er dan niet (meer) goed uit! In ons dialect zou je ook kunnen zeggen dat iets ‘verren(o)eweerd’ is en met enige goedwil hoor je daarin zeker “geruïneerd”.
In de dialectliteratuur vind je niet veel informatie over ‘verhon(d)soere’ en heel spontaan zou je aan ‘hondsoere’ (hondenoren) kunnen denken, naar analogie van “ezelsoren” die je wel meer terugvindt aan de hoekpunten van documenten.
Gelukkig is er dan (soms) Google en met enige creativiteit in de spelling, vind je dat in november 2009 ‘veronszoere’ vermeld wordt op pagina 10 van HAC, een huis-aan-huis blad in Hamont-Achel. ‘Veronzoern’, met de betekenis “vernielen” er tussen haakjes bij, was het derde populairste dialectwoord van Achel in een wedstrijd tijdens een plaatselijke dialectendag. In augustus 2013 wordt ‘verhondsore’ vermeld in “Ons Weekblad”, een advertentieblad uit Baarle-Hertog en omstreken, dus net over de grens met Nederland. Je zou vermoeden dat ‘verhon(d)soere’ uit de streken ten noorden van Peer hier binnengekomen is.
Met deze karige info kan je aan de slag en wat blijkt? ‘Verhon(d)soere’ en alle variaties, zijn volgens een bron uit 2010, terug te voeren tot de vormen ‘verandzaaden, veronzooren, en ook wel verhonzooren’! Die bron baseert zich op een werk uit 1850 dat het Kempens taaleigen beschrijft en waaruit blijkt dat de hier genoemde termen de betekenis hadden van “bederven, verknoeien”. Op hun beurt kwamen die werkwoorden weer voort uit de in Vlaanderen bekende landbouwtermen ‘veronzaaien, verantzaaien, verhandzaden en veransaan’. ‘Veronzaaien’ betekent letterlijk “een land uitputten door er steeds hetzelfde zaad op te zaaien” en dat was in strijd met de vaste vruchtomloop in het drieslagstelsel en daardoor geraakte de grond dus uitgeput en … beschadigd of vernietigd. In de figuurlijke betekenis vond je toen een zin als “dat meisje is veronzaaid” wat betekende dat ze “door ontucht bedorven was”. ‘Verhandzaden’ had dezelfde betekenis als ‘veronzaaien’ volgens taalkundige F. de Tollenaere in een artikel uit 1959 waarin hij op de twee delen van de term wijst: ont- en zaaien: https://www.dbnl.org/tekst/_tij003195901_01/_tij003195901_01_0003.php
We zijn er dus: ons ‘verhon(d)soere’ in de betekenis van “beschadigen, vernielen …” gaat terug op een oude landbouwterm die al lang bij ons bekend is en heeft niets met ‘hondsoere’ of de bekende ‘ezelsoere’ te maken. Als je dus nog eens iets uitleent, zeg er dan zeker bij dat ze ‘het nie verhon(d)soere’ en dan kan je alleen maar hopen dat ze het verstaan …!
Meer ‘verhon(d)soeren’’:
https://issuu.com/uitgeverij/docs/owb_20130823
https://www.e-wld.nl/lemma/search/?sortOrder=gloss&search_type=lemma&submit_type=simple&optdialect=stad&search=vernielen&paginate_by=10&dialectCode=&woord=&dialectCity=&aflevering=0&mijn=0
https://issuu.com/www.hacweekblad.eu/docs/hacweekbladweek46
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 6 van 5 februari 2021.
Louis Dingenen