‘Ich moeget lijved nog binnehale, want sevves gieget rengere!’ (Ik moet het wasgoed nog binnenhalen, want dadelijk gaat het regenen!)
‘Lijved’ of ‘lijvend’ is Peerder dialect voor het “linnengoed” en bij uitbreiding het hele “wasgoed” of de “was”. Varianten in het Peerder dialect zijn o.m. ‘liejvet’ en ‘liejvent’ en als je er nog kent, dan mag je die zeker doorgeven. Alvast dank.
Afgeleid van ‘lijved’ is ‘lijfke’ (een onderhemdje, ook regionaal gekend als ‘onnerlijfke’, ‘marcelleke’ of “single en singletje”). Samenstellingen met ‘lijved’ zijn o.m. ‘lijved(s)maan of lijvesmaan’ (linnenmand), ‘lijved(s)pel/lijvesspel’ (wasspeld), ‘lijved(s)-/lijveskist en -kast’ (linnenkist/linnenkast), ‘leive(d)(s)dreut’(waslijn/wasdraad), ‘ene lijve(d)sdo.k’ (een linnen doek), en op zaterdag trok men vroeger ‘proper of zeiver lijved’ aan … meestal, toch!
‘Lijved’ komt van “lijnwaad” … en ‘lijn’ in de betekenis van linnen is blijkbaar voor het eerst aangetroffen in 1285. Het ging dan om een soort textiel dat uit vlas vervaardigd werd. Zowel de textielvezel als het uiteindelijke textiel dat uit vlas gemaakt wordt, worden aangeduid als ‘linnen’, lees je inWiki. In “lijnwaad” herkennen we lijn (= van vlas gemaakte stof) + gewaad (= kleed, kledij). De woorden “lijnwaad”, “lijwaad” en later ook “lijwand” waren synoniemen en werden na verloop van tijd in allerlei dialecten uitgesproken als ‘lieved’ of ‘lijved’, vandaar ons ‘lijvedt’ of ‘lijved’, lees je bij F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen (zie ook link Etymologiebank hieronder).
Linnen wordt overigens niet alleen gebruikt om kledij te maken: in de boekbinderij heb je linnen nodig … om stevige boekenruggen te maken, in de kunstwereld werden er schildersdoeken van vervaardigd en in de designwereld vind je natuurlijk ook linnen gordijnen etc. Linnen blijkt zelfs in de vliegtuigbouw gebruikt te zijn en heel dikke linnen naaidraad wordt ook wel eens “ijzergaren” genoemd … precies omdat het bijzonder sterk is.
En dat “marcelleke” … dat zou zijn naam te danken hebben aan Marcel Cerdan, bekend Frans bokskampioen uit de jaren ’30-’40 en minnaar van Edith Piaff. Hij zou de mouwen van zijn sportoutfit afgeknipt hebben omdat hij anders te veel zweette … Fabeltje? Het kan, want anderen beweren dat het “marcelleke” al geboren werd op het einde van de 19de eeuw toen de “Etablissements Marcel” zo’n ‘lijfke’ in serie fabriceerden. En zo zijn we terug bij ons uitgangspunt: ‘lijved’ en ‘lijfke’ enz …
Wie meer wil weten over vlas en de vlasteelt, ook in onze streken, kan o.m. bij de Opoeterse heemkundige kring een mooi verhaal lezen via http://utersjank.be/wp-content/uploads/2016/09/vlas.pdf.
Meer ‘lijved’:
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/lijnwaad
https://www.alurvs.nl/aluminium/nieuws/aluminium-als-bouwsteen-in-de-vliegtuigbouwindustrie-tussen-linnen-ijzeren-buis-en-vezel-versterkte-kunststof-vliegtuigrompen_12431/
https://books.google.be/books?id=U_uhKdtr19sC&pg=PA11&lpg=PA11&dq=lijnwaad+dialect&source=bl&ots=7iKptaeUS3&sig=ACfU3U1nNussyufqEGn5fFQ_RE0Lq-NfaA&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwi02NHPofDoAhUDPewKHTCQAmwQ6AEwBXoECAwQPQ#v=onepage&q=lijnwaad%20dialect&f=false
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 3 van 15 januari 2021.
Louis Dingenen