‘Ich doen strak m’n nauw heem aan, want ich moet er deftig autzien!’ (Ik trek straks mijn nieuw hemd aan, want ik moet er deftig uitzien!)
Zullen we het eerst proberen eens te worden over wat we in het Peerder dialect precies bedoelen met een ‘heem’? Een kledingstuk, ok, een “hemd” dus. Is het dan een ‘o.nnerheem’ dat je als man of vrouw over je blote bovenlijf draagt om je lichaam warm te houden en onder je andere kleren draagt? Meestal gebruiken we dan de verkleinvorm ‘o.nnerheemke’ of de afgekorte vorm ‘heemke’. Zo’n ‘heem’ kan korte of lange of helemaal geen mouwen hebben zoals bij een “singlet” of een ‘marcelleke’. ‘We kennen ook nog de term ‘o.nnerlijfke’ voor dit kledingstuk en het is zeer aangeraden om hiervoor het verkleinwoord te gebruiken, want ‘o.nnerlijf’ is helemaal iets anders dan ‘o.nnerlijfke’! Toegegeven, de jeugd is niet meer zo geneigd om nog een ‘o.nnerheem’ of ‘o.nnerlijfke’ te dragen en kent vermoedelijk het onderscheid tussen ‘o.nnerheem’ en ‘bovenheem’ niet meer. De varianten van ‘heem’ variëren van ‘him’,‘hum’ en ‘humme’ tot ‘hummes’, hummet’, ‘himme’, ‘himmit’, ‘himmes’ en waarschijnlijk nog wel enkele varianten. Een ‘lijfke’ heet in Peerder dialect ook wel ‘liejfke’ en ‘lufke’ en ook ‘camesole’, ‘camisole’ of ‘kamizool’, een mouwloos onderhemdje voor vrouwen.
Tot zover het ‘o.nnerheem’. Heb je het bij ‘heem’ over een ‘everheem’ (voor de mannen) of een ‘bloes’ (voor de vrouwen), dan spreken we over een katoenen of zijden kledingstuk dat over het ‘o.nnerheem’ gedragen wordt als onderdeel van je bovenkledij. Je kan als man over je hemd bv. nog een ‘gilet’, een trui of een jas dragen en om de hals van je hemd kan je bv. een das of strikje dragen. Als je zo’n ‘heem’ aantrekt en de ‘heemslip(pe)’ in je broek steekt, dan kan het hemd rond je lichaam spannen en dat kan voor ongemak zorgen. ‘Doet oeër heem tegoei, oeër slip hingt aut!’ en die slip heeft niets met je onderbroek te maken! Een tip is dat je dan een beetje ‘heemt’ of ‘bloest’ wat betekent dat je bv. door je uit te rekken, ervoor zorgt dat je hemd rond je middel een beetje losser komt te zitten zodat het hemd losjes op de broekrand zit. Als iemand je vraagt wat je daar staat te ‘heemslippen’, dan gaat het heus niet over je hemd, maar wel over je gedrag en je houding die aangeeft dat je staat te treuzelen, te talmen, te twijfelen …
Er bestaan allerlei uitdrukkingen en zegswijzen met het woord ‘heem’. Zo kun je iemand belachelijk of te schande maken door hem ‘in z’n heem te zètten’ en dan staat hij ‘in z’n heem’. Als je iemand ‘z’n heem van ze lijf’ vraagt, dan wil je zowat alles van die persoon te weten komen. Ken je de uitdrukking “het hemd is (of zit) nader dan de rok”? Ze betekent dat je eerder iets voor jezelf en je familie doet dan voor anderen. Ik vermoed dat wij die niet in ons dialect kennen. Wij kennen rok als kledingstuk voor vrouwen dat de benedenhelft van het lichaam bedekt, maar in deze uitdrukking staat “rok” voor de oudere betekenis van “jas”. Wij kennen in het AN overigens de uitdrukking “Eerst oompje en dan oompjes kinderen” die ongeveer hetzelfde betekent, maar ik betwijfel ook of we die in het Peerder gebruiken.
‘Heem’ betekent overigens ook “woonplaats” zoals in “heemkunde” … maar dat is een verhaal apart!
Meer ‘heem en lijfke’:
https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/hemd
http://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/onderlijfke
https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/hemd
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 37 van 10 september 2021.
Louis Dingenen