Zeggen

‘O.ch, ze zegge zoeveel, de minse! O.nner eus gezeed en gezwege: deu is gieë zeggen aan, aan dèè jong! En veer de rest: wasse zegge, zijn ze zelf, moede mèr dinke!’ (Ach, ze zeggen zoveel, de mensen! Onder ons gezegd en gezwegen: die gehoorzaamt toch niet, die jongen! En voor de rest: wat ze zeggen, zijn ze zelf, moet je maar denke!)

Ze zeggen inderdaad zoveel, de mensen, ook in het Peerder dialect. ‘Zegge’ is in dit stukje niet hetzelfde als ‘kalle’ of ‘preute’ of ‘sprèke’…, anere Peerder werkwoorden die we gebruiken als we het hebben over “iets mondeling uiten, vertellen, beweren …” Van Dale  geeft zes betekenissen van “zeggen” en in het Peerder kennen we er nog meer … ‘zegge ze toch’!

De meest voor de hand liggende betekenis hebben we in de vorige zin uitgelegd. De tweede vinden we in een zin als: ‘Dèè hèèt hei nèks te zeggen, dè moet zich deu nie mee moeie!’ (Die heeft hier niets te zeggen, die moet zich daar niet mee bemoeien!) Ergens geen “zeggenschap” hebben, geen gezag of autoriteit hebben, niets te bevelen hebben”, … het is een welbekende en populaire uitspraak, niet alleen in ’t Peerder! Een mooi synoniem zou kunnen zijn dat hij niets te ‘koekeloeëre of te krèèën hèèt’. ‘Koekeloeëre’ is een klanknabootsing van wat de haan op zijn erf doet: “kraaien” en daardoor duidelijk laten horen dat ‘hèè ’t deu veer ’t zegge hèèt!’ (hij het daar voor het zeggen heeft). Als we van iemand zeggen dat ‘er gieë zeggen aan is’ dan geven we aan dat de persoon over wie het gaat ons of anderen niet gehoorzaamt, niet doet wat anderen willen dat hij doet.

Wat dè wilt zegge?’ (Wat dat betekent?) … dat is de derde betekenis bij Van Dale: beduiden, betekenen… erg duidelijk. Vergelijk ‘Wa wilt dè zegge in ’t Frans?’ eens met ‘Hoe zegde dè in ’t Frans?’ De eerste vraag is een beetje een eigenaardige vraag, want in ’t Frans wil dat natuurlijk hetzelfde zeggen als in ’t Nederlands, maar toch gebruiken we die zin in ’t dialect om te vragen hoe je iets in bv. het Frans zegt. ‘Zegge’ en “betekenen” zijn hier synoniemen.

Da gèè aner werk zikt, wa zeed oeëre mins deuvan?’ (Dat je ander werk zoekt, wat zegt je man daarvan?) En we horen het antwoord al: ‘Nèks, dèè hèèt deu nèks aan te zegge!’  (Niets, die heeft daar niets aan te zeggen!) Wat hij daarvan vindt of hoe hij daarover oordeelt … het is niet relevant! Dat is de vierde betekenis bij Van Dale: vinden, oordelen. De vijfde betekenis hebben wij in dit stukje al herhaaldelijk gebruikt … zonder het met zoveel woorden te “zeggen”, nl. schrijven, vermelden. ‘Wa zeet d’n Dikke Van Dale deuvan?’ We bedoelen: wat meldt, vermeldt het woordenboek Van Dale hierover. En eigenlijk zeggen we ook dat we het belangrijk vinden wat Van Dale zegt. Als je het niet eens bent met Van Dale, dan kan je dat duidelijk maken met een zin als ‘Dè zeet nèks!’ (Dat bewijst niets) en “bewijzen”, zo zegt Van Dale, is de zesde betekenis van “zeggen”. In ons dialect kan ‘Dè zeet mich nèks!’ ook verwijzen naar “bewijs”, maar ook naar “zin, smaak”: ‘Mmm, zoë ‘ne krèèm, nieë dè zeet mich nau nèks!’(Zo een ijsje, daar heb ik nu geen trek in!). Wie bij ons beweert dat er op een bewering of stellling ‘nèks te zegge vilt’ die gaat akkoord of vindt geen tegenargumenten voor wat gezegd of gedaan is.

  • ‘’t Wèèrd tijd dagge stopt, ik kan gieën pap mieë zegge!’ (Het wordt tijd dat je stopt, ik kan geen boe of ba meer zeggen!)
  • ‘Ich weeget, mè dès gemekkelijker gezeed as gedeun!’ (ik weet het, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan!)
  • ‘Tut, tut, gezeed is gezeed …
  • ‘Jo.mme… hem ich iets miszeed, meschien?’
  • Nieje, mè de minse hemme ooch wel wat aaners te doen as dit te lèze!’
  • ‘O.ch, de minse zegge zoveel! … Mè veer ‘ne kieër … hadde gelijk, dink ich! Zeg mèr dat ich ’t gezeed hem!’

Nog meer ‘zeggen’:

https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/zeggen https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Zegge_(natuurreservaat)

Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 45 van 8 november 2024.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *