Provezwaar en tegoei

‘Oeër bro.k is vanachter gescheerd, menneke! Kom hei, da ich ze met ‘ne grove steek provezwaar wa maak, want zoe ko.nde toch nie blijve loeëpe, jingske! Ich zal ze later tegoei make!’ ( Je broek is vanachter gescheurd, mannetje! Kom hier dat ik ze met een “grove steek” voorlopig wat herstel, want zo kun je toch niet blijven lopen, jongetje! Ik zal ze later goed herstellen!)

Als je iets ‘provezwaar’ doet, dan doe je dat nog niet zoals het eigenlijk zou moeten gebeuren, maar je doet het om voorlopig verder te kunnen. ‘Deu zijn zeker 50 daakpanne aafgewèèd, mè ich zal provezwaar een basj op oeër daak legge, dan ko.nde door!’ (Er zijn zeker 50 dakpannen afgewaaid, maar ik zal voorlopig een zeil op je dak leggen, dan kun je voort!)

Het beeld is duidelijk: de grote en echte herstelwerken komen naderhand. ‘Provezwaar’ betekent dus: voorlopig, tijdelijk, niet definitief. ‘Die mieër, ko.nde die provezwaar ooch wa verf gève, ich hem nau gienen tijd om dè fetsoenlek te doen!’ (Die muur, kun je die ook provisorisch schilderen, ik heb nu geen tijd om het te doen zoals het hoort!)

‘Provezwaar’, ‘provizwaar’ of ‘provisoir’ is niet alleen Peerder dialect, het wordt op vele plaatsen in Vlaanderen in het dialect gebruikt. ‘Provezwaar’ is afgeleid van het Franse woord “provisoire’ dat “tijdelijk, voorlopig” betekent en is dus in vorm en uitspraak aangepast.

Het vervolg op iets ‘provezwaar’ doen is natuurlijk dat je het op een keer ook eens ‘tegoei’ moet doen, “goed” moet doen. ‘Tegoei’ betekent “goed, zoals het hoort, correct”. ‘Ge moet lieëren dè veer den ieërste kieër tegoei te doen, dan hadde deu later giene last mieë van!’ (Je moet dat vanaf de eerste keer te doen zoals het hoort, dan heb je daar later geen last meer van!)

Iets “goed” doen, is niet hetzelfde als iets ‘tegoei’ doen. Het kan “goed” gedaan zijn, maar daarom nog niet ‘tegoei’, zo is dat in ons dialect …blijkbaar. ‘Hèè hèèt dè nie slecht gedeun … tjè, eigelek is ’t goed gedeun, maar toch nog niet echt tegoei!’ Drie keer zeggen we “goed”, maar telkens met een andere nuance. ‘Nie slecht’ is eigenlijk “goed”, ‘goed’ is ook goed, maar ‘tegoei’ is pas goed goed … als we elkaar begrijpen! ‘Tegoei’ is dus “goed, zoals het hoort te zijn, zoals het moet” en is dus strikter en strenger dan goed, niet?

‘Zjust tegoei dat ‘r nie mee maag, hèè is ooch altijd te laat!’ (Net goed dat hij niet mee mag, hij is ook altijd te laat!) We kennen de vaste combinatie ‘zjust tegoei’ heel zeker (nog) uit onze jeugdjaren en wat later hebben we waarschijnlijk ook geleerd: ‘Tegoei … en nie verkieërd!’, niet?

‘Is dè nau tegoei autgeleed? Ich vroag ‘t mich aaf!’ (Is dat nu fatsoenlijk uitgelegd? Ik vraag het mij af). Laat maar iets weten als het ‘nie tegoei’ is, hè!

Nog ‘provezwaar en tegoei’:

https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/provisoir
https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect-vertaler.php?woord=voorlopig
https://etymologiebank.nl/trefwoord/provisoir
https://taalverhalen.be/bedenkingen/column/column-vrt-taal-tegoei/

Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 38 van 20 september 2024.

Louis Dingenen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *