‘Mèègtes ko.nne echte penskes zijn as ze klèèn zijn!’ ‘En jo.nges dan? Die hun penskes en pense kome later wel, nie?’ (Meisjes kunnen echte dwarsliggers zijn als ze klein zijn! En jongens dan? Die hun buikjes en buiken komen later wel, niet?)
Het eerste deel van de voorbeeldzin hierboven komt uit een gesprek met een Peerse dame die heel erg begaan is met het Peerder dialect. Je hoeft het niet eens te zijn met haar bewering dat ‘mèègtes echte penskes ko.nne zijn asse klèèn zijn?’ … als we mekaar maar goed verstaan. Het woord ‘pens’ kan nl. allerlei betekenissen hebben in het Peerder dialect en ‘zoe e klèè penske’, ‘e pensebo.kske’ of ‘e bo.kske’ zijn nog redelijk onschuldige termen voor ‘e keud kind dè wèèrs is of tegevringt’ (een boos kind dat dwarsligt of tegenwringt).
Wie evenwel in die dwarsheid volhardt bij het opgroeien en als volwassene halsstarrig doorzet, noemen we ‘een pens’, ‘’ne penserik’, ‘ne pensebo.k, , ‘’ne pens(e)ketel’, ‘’ne bo.k, ‘ne poeëk, ‘ne kretsdèrm’ … en er zijn hier en daar nog van die leuke termen te vinden voor een nors en weerbarstig iemand. Gaat het hier vooral om termen voor personen van het vrouwelijk geslacht? ‘Ne bo.k’ is toch een mannelijk dier, niet? ‘Gèèt en gèrm’ zijn meer vrouwelijke termen, maar hebben een licht andere inhoud omdat de nuance “wringer” ontbreekt. ‘Pens’ blijkt ook als scheldwoord in het dialect gebruikt te worden voor “gierigaard” … Misschien is het wel een goed idee om in een later stukje eens uitgebreid op scheldwoorden terug te komen.
‘Pens’ is in het Peerder, en zeker bij de wat oudere mensen, het meest bekend als de term voor ‘zwarte pens’,‘bloedworst’. “Bloedworst, zwarte pens, beuling … in de volksmond wordt er altijd hetzelfde mee bedoeld: een worst van bloed en varkensvlees in een varkensdarm.” Dat lees je daarover op de website van Fenavian die, naar eigen zeggen, de Belgische vleesverwerkende nijverheid vertegenwoordigt. Al die ingrediënten, waaronder nogal wat vlees dat nergens anders nog goed voor was, werden in een ‘pens(en)ketel’ samengebracht, met kruiden gemengd en aan de kook gebracht. Letterlijk zat die ketel dus vol, maar als iemand figuurlijk zegt dat het ergens ‘pensketel vol zaat’, dan bedoelt hij dat het er bijzonder druk was. In de context van de ‘bloedworst’ situeren we ook de ‘pensekèrmes’ (pensenkermis), oorspronkelijk het feest na het slachten van het varken en ook later het Breugeliaans festijn met bier, vertier en vermaak. Vandaag is een ‘pensekèrmis’ meer een volksfeest, een ‘Vlaamse kèrmis’ of liefdadigheidsfeest, dat meestal ten voordele van een goed doel georganiseerd wordt.
‘Pens’ is in het AN de term voor “buik, onderlijf met ingewanden” meestal van een dier. Informeel of zelfs redelijk vulgair, wordt de term gebruikt voor de “buik van een mens”. In het dialect gebruiken we ‘pens’ nogal vlotjes om een ‘bauk’ aan te duiden, een buik van een mens. ‘Hèè ha z’n pens goed vol toen ‘r ’t hei aafstapde!’ (Hij had zijn buik goed vol toen hij hier vertrok!). Echt oud-Peerder is zeker de uitdrukking ‘as de pens klo.tst’ (als de buik klotst) die aangeeft dat iemand bijzonder veel ‘gezope hèèt’ (gedronken heeft).
In deze context kennen we ook ‘baukpijn’ (letterlijk en figuurlijk bedoeld) met ‘penspijn’ als een overtreffende trap van ‘baukpijn’. In het volgende voorbeeld wordt ‘pens’ gebruikt om het hele lichaam aan te duiden: ‘Pas mèr goed op of ich hau o.ch tegen oeër pens!’ (Let maar goed op of je krijgt rammel!)
‘Pens’ kan ook nog verwijzen naar een zwaar metalen stootijzer, meestal ongeveer 1,20 m lang, met een bol bovenaan en een platte of puntige onderkant om bv. stenen, tegels, beton, harde grond etc. mee uit elkaar te breken. Een ‘hennig zweur en geveurlek geteig’ (nogal zwaar en gevaarlijk werktuig). En dan blijft natuurlijk nog de vraag waar we de ‘pens’ van “ge-pens-ioneerd” moeten onderbrengen. Als jij het weet, laat het ons dan ook weten, ok!
Nog meer ‘pens’:
https://www.fenavian.be/over-fenavian/ https://www.dialectloket.be/beeld/taalkaarten/bloedworst http://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/pens http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/pens
https://www.scheppie.nl/stootijzers
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 46 van 15 november 2024.
Louis Dingenen