‘Ge moet nie zoe onnieëzel doen en ge moet o.ch ooch nie zoe onnieëzel veeërdoen! Ve wete goed genoeg dagge ’ne profiteur zijt, onnieëzelèèr dagge loeëpt! Wo.cht gèè mèr!’ (Je moet niet zo onschuldig doen en je moet je ook niet doen alsof je van niets weet. We weten goed genoeg dat je een profiteur ben, onnozelaar dat je bent! Wacht jij maar!)
Met “onnozel” kun je (o.m.) in het Peerder dialect vele kanten op, met ‘onnieëzelèèrs’ kun je jammer genoeg geen kant op! ‘Onnieëzel’ of ‘ennieëzel’ (met de doffe /e/ in het begin) betekent flauw, dom, naïef en zelfs wat achterlijk. Als je ‘onnieëzel jo.nk’ genoemd wordt, dan is dat een serieus verwijt om onder meer aan te geven dat je niet serieus genomen wordt, want je gedraagt je ongepast en onverantwoord, zoals een kind, een ‘jo.nk’.
‘Onnieëzel doen’ is niet hetzelfde als ‘zich onnieëzel veeërdoen en zich onnieëzel haaën’. In het eerste geval gedraag je je nogal vervelend, soms wat weerbarstig of flauw en ook soms wat grappig, al zal de andere dat niet altijd grappig, maar wel vervelend vinden. In het tweede geval, ‘as ge o.ch onnieëzel haad’ dan doe je je onwetend en onschuldig voor … terwijl je waarschijnlijk niet zo onwetend en onschuldig bent.
‘Onnieëzel’ kennen we ook in de bijbelse betekenis van “onnozel”, nl. onschuldig. Waarschijnlijk weet je dat op 28 december het feest gevierd wordt van de “onnozele kinderen” en onterecht denken sommigen dan aan vervelende, flauwe of ‘ambetante jing’. In de Katholieke Kerk wordt dat feest gevierd om de kindermoord van Bethlehem te herdenken, zo lees je o.m. in Wikipedia, maar vooral in Matteüs 2:16-18. Koning Herodes had gehoord dat een nieuwe Joodse koning zou geboren worden in Bethlehem en omdat hij bang was zijn eigen macht te zullen verliezen, liet hij alle kinderen van twee jaar en jonger vermoorden. Jozef en Maria konden naar Egypte vluchten en de rest is (bijbelse) geschiedenis. Inderdaad, dit is misschien kort door de bijbelse bocht, maar naast de religieuze herdenking bestaan er vandaag ook heel profane vieringen van dat feest. In Peer werd gedurende lange tijd jaarlijks een beruchte ‘onnieëzel jing fuif’ georganiseerd. Je mocht je dan totaal onverantwoord gedragen, flauw, onnozel, je mocht gek en dom doen, de onnozelaar uithangen en je als zatte zuiper gedragen als ‘klèèn jing’, zo getuigen toenmalige deelnemers, … vandaag overigens respectabele Peerder burgers.
‘’t Is t’ onnieëzel om o.ch deu drèk ever te make,’ zei een van de fuifnummers, “het is te flauw om je daar druk over te maken, het is de moeite niet waard”. Het stelde eigenlijk helemaal niets voor en het was “onschuldig plezier” want ‘de ’n onnieëzelèèr authange is niet ’t zelfde as ‘nen onnieëlèèr zijn, hè! Van echte onnieëzelèèrs wèèrde zelf onnieëzel!” (De onnozelaar uithangen is niet hetzelfde als een onnozelaar zijn, hè! Van echte onnozelaars word je zelf onnozel!) Misschien is hier een woordje uitleg nodig om die laatste zin correct te begrijpen. Als in Peer iemand zegt dat hij ‘t’r onnieëzel van wèèrd’ (er onnozel van wordt) dan bedoelt hij dat hij er tureluurs, hoorndul, ellendig … van wordt.
In de zin ‘Met zoe’n onnieëzelighèd haaën ich mich nie bezig, deu verknooi ich m’nen tijd nie aan!’ kun je ‘onnieëzelighèd’ (onnozelheid) omschrijven als “futiliteit, kleinigheid, idiotie, kinderlijk gedoe…” (Met zo iets onnozels houd ik mij niet bezig, daar verknoei ik mijn tijd niet aan). Of ‘onnieëzelighèd’ in het Peerder een meervoudsvorm heeft, durf ik te betwijfelen. En in de Van Dale online is het woord niet terug te vinden, maar waarschijnlijk houdt Van Dale zich niet met zo’n ‘onnieëzelighèd’ bezig, hè.
GELUKKIG NIEUWJAAR en zoals ‘die aaë vrigger zeeën: ‘Nie te laaët en nie te zaaët, he!’ (zoals die ouden vroeger zegden: niet te laat en niet te zat!)
Meer ‘onnieëzelighèd’:
https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/onnozel https://etymologiebank.nl/trefwoord/onnozel https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/onnozelaar
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 52 van 27 december 2024.
Louis Dingenen