‘Vrigger ho.lte de minste bekans elleken daag enen o.nnerste … zeker de boere!’ (Vroeger deden de mensen bijna elke dag een middagdutje … zeker de boeren!)
‘’N’n o.nnerste doen, haan of sleupe’ is Peerder dialect voor “een middagdutje doen, een uiltje vangen”. Wij kennen de “power nap”, net lang genoeg om nieuwe krachten op te doen.
Zeker in de zomer stonden de mensen, lees: de boeren, bij het krieken van de dag op en gingen ze heel vroeg aan het werk. ’s Middags waren ze dus al best moe en na het middagmaal deed zo’n ‘o.nnerste’ in het hooi of het stro in de schuur deugd … als er tijd voor was …. ‘Effe knotse’ werd/wordt ook wel gebruikt om aan te geven dat je een dutje gaat doen.
Aan de Maaskant spreekt men over ‘unjere’ of ‘ungere’ om onze ‘o.nnerste’ aan te duiden. Vandaag vinden we onze ‘o.nnerste’ in geen enkel woordenboek meer, maar in het Middelnederlands Woordenboek staat het wel. Eén keer, als zelfstandig naamwoord, met als betekenis “voormiddag, de tijd tussen 9 en 12 uren, vooral het laatste gedeelte ervan”. Ook het werkwoord ‘onderen’ staat erin met als betekenis “een middagslaapje doen”.
Heel wat Perenaren met een behoorlijk aantal jaren op de teller, kennen ‘o.nnerste doen’ nog …, maar blijkbaar vinden nog maar weinigen de tijd ervoor! ‘’t Kimt er niemieë van!’ (het komt er niet meer van) zeggen ze nu! Toch was er midden maart ’23 in de actualiteit interesse in een wetenschappelijk onderzoek dat stelde dat “een dutje doen op het werk een positief resultaat heeft”. Niet meer dan 20 minuten mag zo’n ‘moderne o.nnerste’ blijkbaar duren!
Een trouwe lezer herinnert zich dat ‘o.nnerste sleupe’ vooral ’s zomers gedaan werd om de lange werkdagen wat te doorbreken. “Langs ‘’t haus’(de huiskamer), lag het ‘kèmerke’ waar vader en moeder sliepen, vlak bij de voordeur om alles wat er ‘rond de deer’ (rond de deur) gebeurde, goed in het oog te kunnen houden. De kinderen sliepen onder de pannen en soms was er nog ergens, meestal achter de ‘goei kamer’ een ‘klèè kèmerke’ met een eenpersoonsbed waar de inwonende ‘pèèt’ (grootmoeder) of ‘petere’ (grootvader) sliep. Het was overigens hoogst uitzonderlijk dat beide grootouders nog leefden (op hoge leeftijd) en soms sliep een van de kinderen bij ‘pèèt’ of ‘petere’. ‘Op’n opkèller’ (opkamer of vautekamer boven de kelder) sliepen dikwijls de oudste zonen.”
En de uitdrukking ‘ze zitte in hunnen o.nnerste’ had soms een bijbetekenis, weet die lezer nog! “’s Avonds laat was er soms nog weinig animo om de “echtelijke plichten” te vervullen! Dat gebeurde dan wel eens tijdens ‘den o.nnerste’ wat leidde tot dubbelzinnige uitspraken als: ‘Ah! Ge zaat in oeëren o.nnerste!’” En de lezer liet hier zijn verbeelding werken …
Nog ‘o.nnerste’:
https://e-wld.nl/location/search/?search=peer;
https://www.e-wld.nl/static/dictionary/content/pdf/wld-3/2004_Limburgse%20Dialecten%20III%201,2%20(Beweging%20en%20gezondheid)%20(bd).pdf;
https://radio1.be/luister/select/de-ochtend/een-dutje-doen-op-het-werk-heeft-een-positief-effect-wordt-onterecht-geassocieerd-met-luiheid
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 8 van 23 februari 2024.
Louis Dingenen