‘Geude mee mètterte binne inne bos? Ze zijn bekans op!’ (Ga je mee mutsaarden binden in het bos? Ze zijn bijna op!)
De energiecrisis heeft heel wat mensen weer naar een houtkachel doen terugkeren, zo blijkt. Vroeger was de haard en later de kachel zowat het enige wat er was om in te ‘stoke’ en de brandstof was hout. Pas vanaf het begin van de 20ste eeuw kwam de steelkoonwinning in Limburg op gang en begon men hier volop steenkolen te stoken om te verwarmen.
Hoewel op het platteland genoeg hout voorhanden was, mocht niets verloren gaan als er ‘ene boeëm aafgedeun woord’ (een boom geveld werd).Voorzien in eigen brandstof was immers een grote jaarlijks terugkerende zorg!De boomstammen werden in blokken of ‘knabbe’ gezaagd en gekliefd. Het takkenhout bond men in bundels bij elkaar tot … takkenbossen of “mutsaards”, inderdaad met een -s in het meervoud. In (o.m.) het Peerder dialect kennen we een mutsaard als ‘mèttert’ of ‘mutterd’ en mutsaards als ‘mètterte’ (telkens met doffe /e/ in -ter-). ‘Mètterte’ konden ook uit houtkanten rond velden en weiden gekapt worden.
Het ‘opbinne’ (opbinden, samenbinden) van zo’n ‘mèttert’ gebeurde vroeger met een ‘band’ van soepel en toch sterk hout, soms van het hout ter plaatse, soms van elders gesneden hout zoals lijsterbes. Later werd ook ijzerdraad gebruikt. Het hout werd zo vakkundig mogelijk opgestapeld, met de gesneden kanten in dezelfde richting, en de band die onderaan al uitgespreid lag, werd op het einde zo vast mogelijk aangetrokken zodat je een mooie en hanteerbare bundel had. ‘Door de band genomen’, dus in elke’ mèttert’, zaten ongeveer evenveel stokken en takken, vandaar ook de betekenis van de uitdrukking “door de band”: “in het algemeen”.
Van alle ‘mètterte’ werd dan een ‘mèttersmijt’ in de buurt van de boerderij opgetrokken die niet omviel, de wind zijn werk liet doen en later toch vlot afbouwbaar was. De ‘mètterte’ werden vooral gebruikt om het vuur in de haard sneller te laten starten, om de ketels voor eigen maaltijden en voor de dieren warm te stoken en natuurlijk ook in de bakoven om eigen brood te bakken in het ‘bakkes’ (bakhuis).
Bij uitbreiding wordt de term “mutsaard” ook voor brandstapel gebruikt, maar of die betekenis in het Peerder dialect ook bestaat, dat is niet duidelijk. “Het ruikt hier naar de mutsaard” zou betekenen dat het naar de “brandstapel” en dus naar … “ketterij”.
Wie graag een filmpje over het samenstellen van een ‘mèttert’ ziet: klik hieronder op de link naar YouTube die je zal leiden naar De Lichtaartse Kloppers, De houtmijt, 1993. Best interessant … en er zijn daar nog heel wat andere filmpjes van vroeger te zien.
Meer ‘mèttert’:
https://www.etymologiebank.nl/trefwoord/mutsaard;
https://www.youtube.com/watch?v=zB9ZyUI4XLU&t=603s; https://nl.wikipedia.org/wiki/Steenkool;
https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/14839
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 5 van 2 februari 2024.
Louis Dingenen