‘Ge moet zoe naa nie kieke … ’t zeu ne naa lik zijn asser o.ch hei iemed kimt kontrollere!’ (Je hoeft het niet zo nauw te nemen … het zou puur toeval zijn als iemand je hier komt controleren!)
‘Naa’ is (o.m.) Peerder dialect voor “precies, nauw, afgemeten”. We schrijven ‘naa’ in dit stukje met opzet met dubbele ‘aa’ omdat deze /a/ erg lang uitgesproken wordt. Ook heeft deze ‘naa’ niets te maken heeft met het voorzetsel “na” dat in het Peerder dialect als ‘neu’ of ‘noa’ uitgesproken wordt. Een kwestie van duidelijkheid, dus!
Voor een “pietje-precies” ‘kimt alles hieël naa en moet alles hieël zjust zijn!’ (moet alles heel precies zijn en moet alles heel juist zijn!). ‘Naa kieke’ betekent dus figuurlijk “het nauw nemen”, maar in ons dialect kan het blijkbaar ook letterlijk betekenen dat je “heel precies toekijkt met half dichtgeknepen ogen”. Klopt dat?
Het is niet duidelijk hoe die ‘naa’ tot stand gekomen is of waarvan het woord afgeleid is. In het AN kennen we de uitdrukking dat “iets je na (of nauw) aan het hart ligt” in die zin dat je het heel belangrijk vindt, maar of die “na” en onze ‘naa’ iets met elkaar te maken hebben, is niet heel duidelijk. Het is mogelijk, want “nabij” kan afgekort worden tot “na”.
Wanneer je in het Peerder dialect zegt: ‘Ich hem ’t benaad!’ dan kan dat naar verschillende situaties verwijzen. Als het ergens ‘benaad’ is, dan kan je soms ook zeggen dat het er ‘èèmig’ is! Je kan te weinig lucht hebben zoals in ‘Ich krijg ‘t hei benaad, ich moet lo.cht hemme!’ (Ik krijg het hier benauwd, ik moet lucht hebben!) of je kan (lichte) schrik krijgen zoals in ‘Hè, hè, wa e benaad koot is dè hei! Ich hem ‘t ‘r nie op!’ (Wat een benepen ruimte is dat hier. Ik heb het er niet op!) … Zeker, je kan ‘benaad’ hier ook als “bedompt, duf, beklemmend, beangstigend enz.” interpreteren, allemaal aspecten van het dialectwoord ‘benaad’ en het AN-woord “benauwd”.
Echt oud Peerder en misschien niet algemeen gekend, is de uitdrukking ‘’ne naa lik’ in de betekenis van “erg toevallig, puur toeval”. ‘Lik’ komt in die betekenis van ‘gelik’ (geluk, toeval, lot) en misschien komen we met de omschrijving ‘het zeu na moete likke’ (het zou erg toevallig zijn) in de buurt. “Het is een duizendste geluk” met “geluk” in de betekenis van “toeval” is misschien de beste omschrijving! In buurtgemeentes spreken ze overigens van ‘luk’ en ‘lèk’ in plaats van ‘lik’. Met enige goede wil zie je de herkomst van het woord “nauwelijks”: ‘naa(uw) likken’ (het moet precies lukken) … en dat gebeurt zelden of nauwelijks! Inderdaad, volksetymologie, maar wel boeiend, niet?
Oh ja, als we in het dialect ‘benau(w)d’ zeggen, dan bedoelen we natuurlijk iets anders, nl. “benieuwd”. ‘Ve zijn benauwd of ’t deu wieër benaad giet zijn!’ (We zijn benieuwd of het daar weer benauwd gaat zijn) …
Nog meer ‘naa’:
https://etymologiebank.nl/trefwoord/nauw
https://www.encyclo.nl/begrip/benauwd
https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect-vertaler.php?woord=nauwelijks
https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Noorderkempisch
https://etymologiebank.nl/trefwoord/geluk
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 23 van 7 juni 2024.
Louis Dingenen