‘Bo.kt o.ch toch es en raapt dè bo.k op dè vanne bo.k gevallen is, mè pezop, want dèè bo.k deu innen ho.k, dèè kiekt keud op o.ch! (Buk je toch eens en raap dat boek op dat van de steunbok gevallen is, maar let op, want die bok daar in de hoek, die kijkt boos op jou!)
Je hebt gelijk, de voorbeeldzin klinkt (misschien een heel klein beetje 😊) geforceerd, maar ‘bo.k’ is dan ook een speciaal woord. ‘Bo.k’ kan in (o.m.) het Peerder dialect in (minstens) acht betekenissen gebruikt worden, nl. boek, ram, koppig persoon, schraag, zitbank van een koets, biersoort, flater en het kan ook de eerste persoon enkelvoud zijn van het werkwoord ‘zich bo.kke’. Waarschijnlijk ken je nog meer betekenissen van ‘bo.k’ … laat ze maar komen! Bij elke betekenis geven we een voorbeeldzin.
‘Ich hem dè bo.k al gelèze: hieël schoeën, hieël spannend!’ (Ik heb dat boek al gelezen, heel mooi, heel spannend!) Enkelvoud: ‘bo.k’, meervoud: ‘bik’, verkleinwoord: ‘bikske’. Ken je de heel oude en nog zelden gebruikte uitdrukking: ‘Ge moogt nie aut oeër bo.k kieke!’ (Je mag niet spieken! Niet uit je boek opkijken!)? Als je ze kent, laat het ons dan ook weten!
‘Let op met dèè bo.k, want dèè kan hel stoeëten met z’n horesse!’ (Let op met die bok/ram, want die kan hard stoten met zijn horens!) Enkelvoud: ‘bo.k’, meervoud: ‘bo.kke’, verkleinwoord: ‘bo.kske’. Het gaat hier over de letterlijke betekenis van de ‘scheupsbo.k of gèètebo.k’ (mannetjesschaap / mannetjesgeit, schapen- / geitenbok, ram).
De figuurlijke ‘bo.k’ is iemand die ‘bo.kt’ en dus mokt of dwarsligt! ‘Ge moet zoe nie bo.kke, ge moet niet altijd oeër goesting krijgen, hè! Wèèrskop da ge loeëpt!’ (Je moet niet zo mokken, je moet krijgt niet altijd je zin krijgen, hè! Koppigaard!) Als we het in deze context over een ‘bo.k’ hebben, dan gaat het dikwijls over een man, logisch, maar ook vrouwen kunnen ‘bo.kke’. Weet je ook wat een ‘gèrm’ is? ‘Die? Dè’s een echte gèèt … een gèrm … een fleu gèrm!’ (Die? Dat is een echte geit, een ‘geit’, een flauwe geit!) Een ‘gèrm’ of ‘garm’ is, letterlijk, een ooi die nog niet ‘gelamd’ (gelammerd) heeft. Vroeger werd ‘gèrm’ als scheldwoord gebruikt worden voor een meisje “dat snel verongelijkt was”, maar ook voor een “mager meisje”. En als we het hebben over ‘bo.kkepieët’ of ‘bo.kkepieëtekes’ dan hebben we het over de poten van een bok (of van de duivel), maar het kan ook gaan over een heerlijk koekje met amandel dat met de punten in chocolade gedrenkt is.
Als je een plank in (twee) stukken wil zagen, dan is het handig als je ze op ‘e paar bo.kke ko.nt legge, want dan ligt ze goed plat!’ (op een paar schragen kan leggen, want dan ligt ze goed plat). Goede ‘bo.kke’ zijn onmisbaar voor de doe-het-zelver! Enkelvoud: ‘bo.k’, meervoud: ‘bo.kke’, verkleinwoord: ‘bo.kske’. En heb je in de turnles ook ooit over ‘’ne bo.k’ moeten springen? Een “turnbok”, welteverstaan!
In (o.m.) Brugge kun je de stad verkennen met paard en koets. De koetsier zit vooraan op de ‘bo.k’, een zitplaats net achter het paard en vόόr de eigenlijke passagiers. Ook bij ons hebben wij dat soort paardenkoetsen (of: paard én koetsen) gekend, mét ‘bo.k’.
‘En nau ‘ne goeie Bo.k!’ (En nu een goed bo(c)kbier!) … ‘Bo.k’ of ‘Bo.ck’, zo noemde men vroeger een verkwikkende biertje dat je bv. ‘aan ’t Hameter water’ (Hamont) kon drinken, zo hebben mij Perenaren met veel levenservaring verteld. “Bokbieren” bestaan overigens nog altijd … zie de link hieronder.
Wie een grote fout maakt en een flater begaat, die ‘schiet ‘ne bo.k’ of een “kemel” en voor een jager was een bok schieten iets anders schieten dan bedoeld was.
Tot slot van de voorbeeldenreeks: ‘ich bo.k’ ook ook de eerste persoon enkelvoud zijn van het werkwoord ‘bo.kken’ (koppig zijn) en ‘ich bo.k mich’ komt van ‘zich bo.kke’.
Waarschijnlijk zijn we nog een aantal ‘bo.kke’ vergeten te vermelden. Denk maar aan ‘stinke gelijk ne bo.k’ ,‘enen hieëte of geile bo.k’ en ‘’n aaë bo.k list ooch noch e grieën blèèke’.
Je merkt dat de ene ‘bo.k’ de andere niet is! En dan hebben we het nog niet over ‘de Bo.kt’ in Peer, maar de naam van die streek komt van “beuk”! ‘Ge zeut ‘r en hieël bo.k ever ko.nne schrijven!’ (Je zou er een heel boek over kunnen schrijven!)
Nog meer ‘bo.kke’:
https://etymologiebank.nl/trefwoord/garm
https://etymologiebank.nl/trefwoord/bok1
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bokbier
Eerste publicatie in “Blikveld” nr. 24 van 14 juni 2024.
Louis Dingenen